Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLeevensberigt van den eerw. Andrew Kippis, D.D.F.R.S. & S.A.(Vervolg en Slot van bl. 214.)
Als een Staatkundig Schryver tradt Dr. kippis, in den Jaare 1783, te voorschynGa naar voetnoot(*). Dit Stukje, waar toe hem de schryfstoffe bezorgd was door Persoonen van den eersten rang, strekte tot Verdediging van den Vrede, die den ongelukkig gevoerden Oorlog met America eindigde. De- | |
[pagina 244]
| |
zelve steekt uit in bedaardheid, klaarheid en bondigheid. De Schryver redenkavelt uit de beginzelen van algemeene billykheid en Nationaale Staatkunde. Het Geschrift rust op den grond van Vryheid, en de bewyzen, daarin aangevoerd tot ondersteuning van het doel, worden gestaafd door het beroepen op klaare en ontwyfelbaar zekere daadzaaken. De naauwe Vriendschapsverbintenis, welke plaats gegreepen hadt tusschen Dr. kippis en Sir john pringle, Bart., ten dien tyde agtenswaardig en nuttig Voorzitter in de Koninglyke Societeit, en die zyn openbaare Godsdienstoefening hieldt by de Dissenters in Prince's-street, bewoog den Doctor kippis, naa den dood diens grooten Geneesheers, op nieuw uit te geeven diens zes Aanspraaken, gehouden by het overgeeven van zes jaarlyks uitgereikte Medailles, volgens Sir godfrey copley's Instelling. Voor deeze voegde hy een Leevensberigt des Schryvers, die zeker, uit hoofde van den aanzienlyken rang en hooge agting, welke hy in de geleerde wereld bekleedde, een geschikt voorwerp aan den Leevensbeschryver opleverde. - De diensten, door Sir john pringle aan de Wysbegeerte gedaan, worden in dit Leevensberigt vry naauwkeurig opgegeeven; doch des Leevensbeschryvers beroep stelde hem mogelyk niet in staat, door 't gemis van de daar toe noodige kundigheden, om 's Mans nog veel grooter verdiensten, ten aanziene van de Geneeskunde, naar eisch op te geeven; daar Sir j. pringle, zo in het beschouwend als beoefenend gedeelte van dezelve, door zyne Proefneemingen groote veranderingen te wege bragt. In den Jaare 1784 reezen 'er hoogloopende geschillen tusschen de Leden der Koninglyke Societeit. Om deeze by te leggen, en te vereffenen, schreef Dr. kippis een StukjeGa naar voetnoot(*); en dit zyn schryven hadt de bedoelde uitwerking eener bevrediging. Dr. kippis schonk aan de wereld, in den Jaare 1788, het Leeven van Captein james cookGa naar voetnoot(†), en in 't zelfde jaar dat van Dr. nathaniel lardner. Twee jaaren laater gaf hy, een nieuwe Uitgave leverende van | |
[pagina 245]
| |
een Werk van Mr. fownesGa naar voetnoot(*), by eene Inleiding, een Leevensberigt diens Schryvers. Dr. kippis gaf, in den Jaare 1791, eenige zyner eigene Leerredenen in 't lichtGa naar voetnoot(†). In deeze Leerredenen, die wonder wel berekend zyn om dienst te doen aan de groote belangen van Waarheid, Deugd en Godsvrugt, toont de Schryver ten vollen meester te weezen van elk onderwerp door hem behandeld; hy redenkavelt met veel juistheids, en verklaart op eenen duidlyken trant. Schitteren zyne volzinnen niet met een ryken voorraad van gelykenissen en leenspreuken, zy geeven een bestendig licht van gezond verstand, en schenken die soort van onderwys, welke berekend is voor de zedelyke behoeften des MenschdomsGa naar voetnoot(‡). Met den Jaare 1792 eene nieuwe Uitgave leverende van Dr. doddridge's Uitlegkundig WerkGa naar voetnoot(§), plaatste hy daar voor eene Leevensbeschryving van zyn Leermeester en Vriend. Deeze Leevensbeschryving strekt zeer tot lof van Dr. kippis, die met eene bekwaame hand de trekken aftekende van zyns Vriends Character, en op de schaal der oordeelkunde afwoog de verdiensten van de veelvuldige Werken diens Schryvers. Het Slot bovenal, 't geen wy menigwerf met vermaak herleezen hebben, doet eer aan de goedheid van zyn hart. In de daad, de dankbaare herinnering en de streelende voldoening, welke het opstellen deezes Leevens hem verschafte, kan niet nalaaten gevoeld en bewonderd te worden door elken Leezer. ‘Over 't geheel,’ wy schryven het met herhaalde voldoening af, ‘was Dr. doddridge niet alleen een groot | |
[pagina 246]
| |
Man, maar een van de uitmuntendste en nuttigste Christenen, en Christen Leeraaren, die ooit leefden. De indruk van zyne veelvuldige en beminnelyke Deugden zal niet uit mynen geest gewischt worden, zo lang dezelve eenig vermogenl van herinnering behoude. Zo verre is het 'er af, dat deeze indruk by my zou verlooren gaan, dat ik dien altoos met allen vlyt aankweeke. Ik agt het geen gering gedeelte van het geluk myns leevens, dat ik in 't zelve gespaard ben, om deeze betuiging van pligt, dankbaarheid en toegenegenheid, af te leggen aan de Naagedagtenis van myn Weldoener, myn Leermeester, myn Vriend, en myn Vader!’ Een der laatste Lettervrugten van Dr. kippis was het ter Drukpersse gereed maaken eener nieuwe Uitgave eens Werks van dien hooggeschatten LeermeesterGa naar voetnoot(*). Het is bekend, dat de byzonderheid, welke dit Werk by uitstek nuttig maakt voor de zodanigen, die zich toeleggen op Metaphysische en Godgeleerde Naspeuringen, bestaat in eene groote verscheidenheid van Aanwyzingen tot geheele Werken, of tot byzondere Stukken, de verhandelde Onderwerpen betreffende. Toen deeze Lessen, in den Jaare 1763, voor de eerste keer het licht zagen, waren die Aanwyzingen talryk genoeg; doch, zints dien tyd, waren 'er zo veele Schriften uitgekomen, dat men met reden mogt verlangen om die lyst van Overwyzingen verbreed te zien, door het ophaalen der Naamen en Schriften der zodanigen, die, naa doddridge's dood, over die Onderwerpen de pen gevoerd hadden. - Niemand was beter tot het volvoeren van deeze taak geschikt dan Dr. kippis, niet alleen van wegen zyne uitgestrekte en tot kleinigheden toe gaande kennis van den voortgang der Letterkunde in 't algemeen, maar ook uit hoofde zyner bedreevenheid in de geschiedenis der Godgeleerde Geschillen. Hy nam, derhalven, dit werk op zich, en het blykt, uit de vergelyking van deeze Uitgave met de voorgaande, dat de waarde deezes Werks grootlyks vermeerderd is door veelvuldige Aanwyzingen in den Text ingevoegd, en door de menigte van Aantekeningen, niet alleen geschikt om de zodanigen, die zich op de Godgeleerdheid toeleggen, bystand te verleenen, geduurende den tyd hunner Academie | |
[pagina 247]
| |
jaaren; maar om hun zodanige bronnen van berigtgeeving aan te wyzen, als hun van dienst kunnen weezen in hunne volgende naspeuringen. - In het volvoeren van dit plan heeft Dr. kippis niet ten oogmerke gehad om algemeene ophelderingen te geeven van de behandelde Onderwerpen, noch ook om de gevoelens van Dr. doddridge te bevestigen, of tegen te spreeken; zyn eenig oogmerk was, om met vryheid en onpartydigheid de Schryvers te vermelden, die de veelvuldige Geschillen van alle zyden behandeld hadden: ten einde de geest des Kweekelings zich uitbreide, en hy in staat gesteld worde om met te meer vrugts en voordeels zyne naspeuringen der Waarheid voort te zetten. Uit hoofde zyns veelvuldigen Letterarbeids, vondt Dr. kippis zich in de noodzaaklykheid, om, in den Jaare 1784, zyne Verbintenis met de Academie van Mr. coward te staaken, en de twee andere Leeraars traden het volgend jaar uit hun post; dus werden de Lessen op die Academie gestaakt. Niet weinig Dissenters van aanzien bejammerden het staaken deezer Academie, en reden hebbende om te gelooven dat dezelve niet ligt weder aan den gang zou komen, vormden een plan van eene nieuwe Academische Stichting, welke naderhand stand greep te Hackney, onder den naam van The New College. Dr. kippis, die deeze nieuwe Stichting zeer ter harte nam, liet zich overhaalen om een der Onderwyzers te weezen, schoon het hem zeer ongelegen kwam, uit oorzaake van zyn veelvuldigen Letterarbeid, en den afstand zyner woonplaatze van dit Collegie. Dit, gepaard met eenige andere omstandigheden, noodzaakte hem, naa het verloop van weinige jaaren, die post te verlaaten; dan hy bleef volharden met ten beste dier Inrigting te werken, door eene ruime Inschryving, en zyn invloed by ryke Vrienden. De Voorzienigheid hadt Dr. kippis met een uitsteekend gezond lichaamsgestel beschonken. Hy hadt het onverzwakt bewaard door een geregelde en maatige leevenswyze. In de bezigheden, waaraan hy zich overgaf, werd hy zeer zeldzaam gestoord door eenig lichaamsongemak. Uitgenomen eene Koorts, die hem eenigen tyd onder hieldt, omtrent twintig jaaren geleden, en eene aanhoudende hoest, die hem eer voor- dan nadeelig was, genoot hy een ongemeen deel van gezondheid. - Maar de nuttigste bezigheden hebben haaren bestemden tyd; de | |
[pagina 248]
| |
dierbaarste verbintenissen worden in 't einde verbrooken. Geduurende laatstleden Zomer deedt Dr. kippis eene vry lange reis, en keerde, zo als zyne Reisgenooten zich verbeeldden, weder met vernieuwden lust en herstelde kragt. Grootlyks stonden zy, te hunner bedroevinge, verwonderd, toen zy vernamen, dat een Koorts hem in het ziekbedde nedergeworpen hadt; eene Koorts die de aangewende tegenmiddelen van de bekwaamste Artzen te sterk viel, en welhaast een einde aan 's Mans leeven maakte. De ongesteldheid, die Dr. kippis uit dit leeven wegrukte, was van zodanig eenen aart, dat ze hem ongenegen en onbekwaam maakte, om iets te doen, of zelfs veel te spreeken met die hem gestadig oppasten. Nogthans is 'er reden om te gelooven, dat hy, in den eersten aanvang zyner ongesteldheid, niet buiten duchten was, dat dezelve zyne ontbinding zou ten gevolge hebben. De laatste openbaare Dienst, welken hy verrigtte, was op Zondag den 20 van Herfstmaand 1795. Op den 8 van Wynmaand ontwaakte hy, naa een gerusten slaap van eenigen duur, en eene korte poos daar naa blies hy den laatsten leevensadem uit, in zyn huis te Crownstreet, Westminster: den ouderdom van één-en-zeventig jaaren bereikt hebbende. | |
Multis ille bonis flebilis occidit.Op den 15 van Wynmaand werd het Overschot deezes waardigen Mans rouwstaatig ter aarde besteld, op het Kerkhof in Bunhill-fields. De Begraafnis-Redenvoering werd uitgesprooken door den Eerw. Dr. rees, die op den Zondag daaraan volgende een Lykreden deedt, over de woorden: Ziet naar den Opregten; het einde van dien Man zal vrede zynGa naar voetnoot(*). Uit het vlugtig berigt, 't welk wy gegeeven hebben van den Letterarbeid van Dr. kippis, zal zeer eigenaartig de Vraag ontstaan, hoe hy, te midden van zo veele na buiten werkende verrigtingen, tyds genoeg te zyner beschikkinge kon hebben, om zo veel werks af te doen, zonder verwarring of verbystering? - Het Antwoord op deeze Vraag zal eene zeer nutte Les verschaffen voor alle Jongelieden, en wel byzonder voor de zodanigen die zich op de Studien toeleggen, en nog geene hebbelykheden ten tegendeele lieten wortelen. | |
[pagina 249]
| |
‘Dr. kippis was,’ om de woorden van Dr. rees te bezigen, ‘van zyne jeugd af gewoon vroeg op te staan; hier door was hy meester van een gedeelte tyds, waarin hy door geene afroepingen kon gestoord worden. Deeze gewoonte bragt niet min toe tot zyne gezondheid dan tot het wel volbrengen van zyne Beroepsbezigheden en anderen Letterarbeid. - De natuurlyke vermogens van zynen geest kweekte hy aan met eene volharding, waarin weinigen boven hem uitstaken, en niet veelen zyne maate konden haalen. Zy hadden eene vastheid gekreegen door eene geregelde en bestendige oefening, en sterkte door 't gebruik. - Nimmer was hy overkropt met, of verbysterd door, de verscheidenheid zyner Letteroefeningen. En, schoon hy zich in verscheide betrekkingen geplaatst vondt, die zyne aandagt vorderden, en afriepen van zyne geliefde Letterbezigheden, scheen het hem nooit aan tyd te ontbreeken. Elke zaak volvoerde hy op haaren tyd, door eene wel overlegde schikking op zyne Studien en andere bezigheden, van welker aantal en verscheidenheid hy nimmer eenigen ophef maakte; en door zyne aandagt geheel te vestigen op 't geen hy onderhanden hadt, vermydde hy alle verwarring. Altoos bezat hy zichzelven: en hy vondt tyd tot leezen, schryven en letterbezigheden, zonder den tyd te neemen welke hy moest besteeden tot het waarneemen zyns Beroeps en het voldoen aan alle de Maatschappyelyke betrekkingen, waar in hy zich geplaatst vondtGa naar voetnoot(*).’ Misschien lazen weinigen ooit zo veel, en met zo veel voordeels voor zichzelven en anderen, als Dr. kippis. Wy hebben van een zeer geloofwaardig Geleerden verstaan, die het van den Man zelven hadt, dat hy eens, drie jaaren lang, zestien uuren op een dag las; dat een der groote Werken, van hem geheel doorgeleezen, was: The General Dictionary, X Deelen in Folio. Deeze leezing, voegde hy 'er by, hadt den grond gelegd tot zyn smaak en bedreevenheid in Leevensverhaalen op te stellen. Hy vormde een juist oordeel over de inwendige waarde van elk uitkomend Werk 't geen hem in handen kwam; en 'er waren weinig Werken, in het vak der Letteren, waarin hy arbeidde, die, staande het verloop van veele jaaren, | |
[pagina 250]
| |
het licht zagen, of hy wist 'er een oordeelkundig berigt van te geeven. Voornaamlyk lag Dr. kippis, buiten 't geen by zyn Beroep behoorde, zich toe op de Classische Schryvers, de Fraaije Letteren en de GeschiedkundeGa naar voetnoot(*). Bovenal was hy bedreeven in de Geschiedenis zyns eigen Lands, en de beginzelen der Britsche Staatsgesteltenisse. Aan dezelve was hy verknogt, deeze verdedigde hy. Nogthans liep hy, als een Protestantsch Dissenter, niet geheel vry van het vermoeden, 't welk op bykans geheel het lichaam der Protestantsche Dissenters kleeft, dat hy niet wel voldaan was over de Engelsche Regeeringsgesteltenisse. Men vermoedde zulks ten onregte. Dr. kippis was, in de daad, een yverig Voorstander van Godsdienstige en Burgerlyke Vryheid; hy beklaagde, met veele van de wyssten en besten, het bestaan van zekere erkende misbruiken; maar hy was geen vriend van eene geheele omverwerping van het oude; over 't geheel hieldt hy de Ryks-Regeeringsgesteltenisse als geschikt om redelyke Vryheid te beschermen, en Volksvoorspoed te wege te brengen. In zo verre mogt hy een Constitutionalist heeten. Als zodanig was het, dat hy zyn naam deedt uitschrappen by eene en andere Politieke Societeit, waar hy langen tyd Lid geweest was, toen, zyns oordeels, de zaak te verre ging; dan hy liet nimmer de beginzels vaaren, op welke zyn eerste verbintenis met dezelve gegrond was. De veelvuldige Verbintenissen van Dr. kippis deeden hem nimmer de Studien, en Pligten meer onmiddelyk tot zyn Beroep behoorende, verlaaten. Zyne bedreevenheid in verscheide takken der Godgeleerdheid, en kennis aan de onderwerpen dienstig tot een oordeelkundige verklaaring der Gewyde Schriften, was zeer uitgestrekt. Elken dag las hy bestendig een gedeelte van het Nieuwe Testament in het oorspronglyke. Hy was een vast Geloover in den Christlyken Godsdienst, op gronden van het rypst onderzoek en de volste overtuiging. Oorspronglyk was hy opgevoed in Calvinistische beginzelen; maar zeker toeval, door hem vermeld in eene Aantekening op het Leeven | |
[pagina 251]
| |
van elisha coles, in de Biographia Britannica, bragt hem ter omhelzinge van ruimere Godsdienstbegrippen. Een Werk van coles over gods Oppermagt, (in den strengsten Calvinistischen trant geschreeven,) werd hem, toen hy veertien jaaren oud was, in handen gegeeven, door eenige volyverige Vrienden, om hem te versterken in de daar in beweerde Leerstellingen. Het leezen deezes Werks hadt een volkomen strydige uitwerking. De Schryver stelde de Tegenwerpingen, wegens de Leer der volstrekte Verkiezing en Verwerping, als mede ten opzigte van andere Geschilpunten, voor, om ze vervolgens op te lossen: doch aan den jongen kippis kwamen de Tegenwerpingen kragtiger voor dan de Oplossingen. Derwyze, dat hy aan het leezen deezes Werks zyn eerste verwerping van de Calvinistische Leerbegrippen verschuldigd was. - In 't laatste gedeelte zyns leevens helde hy over tot de onderscheidende begrippen der hedendaagsche Unitarissen; doch hy was verre van alle begrippen, door zommigen hunner omhelsd, aan te neemen. Als een Leeraar was Dr. kippis in zyn voordragt redeneerend en schriftuurlyk beide, oordeelkundig en onderwyzend, sterk op de betragting in 't slot aandringende; by byzondere gelegenheden wist hy gelukkig het redeneerende met het hartroerende zamen te voegen. Zyn wyze van voordragt was natuurlyk, vry van alle gemaaktheid, en, wanneer de gelegenheid het vorderde, vol van klem en nadruk. Dr. kippis stak niet meer uit van wegen zyne Zielsvermogens, zyne Letterkundige vorderingen, en uitsteekende Schriften, dan ter oorzaake van de Deugden, die een Christen, een Geleerden, en een Mensch, ten cieraad strekken. In opgeruimdheid en vrolykheid van aart, in zagtheid van zeden, in aangenaam- en leerzaamheid des onderhouds, werd hy door weinigen overtroffen. Zyne Godsvrugt was gegrond op de verhevenste gevoelens van de Godlyke Volmaaktheden en Voorzienigheid; diens wil te kennen was zyne gestadige beoefening, en dien te betragten de wellust zyns leevens. Die stugheid van aart, dat naargeestig voorkomen, die strengheid in gedrag, welke ontstaan uit verkeerde begrippen het Opperweezen betreffende, kende hy niet. De Christlyke Deugden, door Apostel paulus ‘Vrugten van den Geest’ geheeten, strekten hem ten cieraad. Deeze betoonde hy in alle zyne betrekkingen en handelingen; | |
[pagina 252]
| |
deeze maakten hem bemind by allen, die het geluk hadden om hem van naby te kennen; by deeze voegde hy eene onbuigzaame eerlykheid, en edele onafhangelykheid van geest. Ter Vrouwe hadt hy eene verstandige, voorzigtige en aangenaame, Leevensgezellinne; maar, op 't einde eener lange en gelukkige Egtverbintenisse, werd zyne tedere liefde gevoelig geschokt door het lyden deezer dierbaare, die eene kwaale kreeg welke haar langen tyd kwelde, en voor welke geene geneezing was. Gevoelig deelde hy in haare pynlyke ongemakken, en poogde dezelve te verzagten door eene vlytige oppassing. De Godlyke Voorschriften van het Euangelie waren de bestuurende beginzels zyns gedrags; de uitsteekende Beloften de gronden zyner Hoope, Vertroosting en Vreugde. Hy leefde niet voor zichzelven alleen, maar zyn uitgebreid hart was steeds genegen en werkzaam om het welvaaren van anderen te bevorderen. De uitslag hiervan was die voldoening, welke zelfzoekenheid nimmer kan verschaffen; en, terwyl alles binnen in zyne ziele gerust was en helder, werd zyn geluk vergroot door de aangenaame bewustheid, dat hy bemind werd door zyne Vrienden, en dat hy, buiten dien kring, in aller hoogagting deelde. - Ten besluite: geduurende den loop van een lang en werkzaam leeven, genoot mogelyk niemand op de proeve duidlyker en volkomener, dan hy, de waarheid der betuiginge in de Heilige Bladeren, ‘dat de wegen der Wysheid wegen der Lieflykheid, en alle haare paden paden des Vredes, zyn.’ |
|