te wagten hebben. Immers deeze Mr. philippus verbrugge, der beiden Rechten Doctor, is dezelfde Man, die voorlange bekend is als een Partyganger onder de Schryvers. 's Mans naam, voor dit Stukje geplaatst, deedt ons herdenken aan de Copien van echte Stukken betrekkelyk zekere Onderhandeling tusschen willem den V, Prins van Oranje, en philippus verbrugge, geweezen predikant te Koedyk, Schryver van den Post naar den Neder-Rhyn, en den Hardlooper van Staat, behelzende een doorloopend berigt, nopens de onderhandelingen en aanleidende gelegenheden tot het passeeren der Papieren, betreffende eene Acte van zyne Hoogheid, waarby aan verbrugge een jaargeld van 900 guldens wordt gegeeven, en wat des verder voorviel. In Holland 1787. Wy zogten dit stukje op, en raaden elk, die het heeft, de herleezing, om dien Slegten te leeren kennen.
Verbrugge staat, en met waarheid, te boek, voor den Schryver van de Oranje Courant by gosse 1787; van den Hardlooper van Staat by hendriksen te Rotterdam; doch door de toenmaalige Regeering verboden, met byvoeging, ‘om geenerhande Geschriften, onder wat naam of tytel het ook zou mogen weezen, die reeds door hem geschreeven mogten zyn, of nog geschreeven zouden mogen worden, uit te geeven of te debiteeren, met last aan de Drukkers om geene Schriften hoe genaamd, van zyne hand komende, ter persse te brengen.’
Uit zyne Pen vloeide de Post naar den Neder-Rhyn; waar over de Boekverkooper van os, in 's Haage, in moeite geraakte, en verbrugge wegens No. 81 te Delft in hegtenis heeft gezeten. Daar uit geslaakt, is hy, naa eenige maanden toevens, na Duitschland vertrokken, en op de Pruissische Academie te Duisburg tot der Rechten Docter bevorderd.
Naa de Omwenteling schreef hy het Antipolitiek Haspelstertje. De Argus is van zyne hand; en wie weet hoe veele andere Naamlooze Stukjes. In den Jaare 1796 gaf hy, blykens de Voorreden van het thans voorhanden zynde Stukje, een Werkje uit, getyteld: De Historie der Politieke Eeden, Verklaaringen en Beloften, voor den Jaare 1795 en de zes eerste Maanden van 1796 - eene waare Nederlandsche Geschiedenis; wegens welk geschrift hy zes weeken, op aanschryving van het Provinciaal Bestuur van Holland, te Amsterdam in hegtenis gezeten