Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMagazyn van Geschiedenissen, Romans en Verhalen. VIde Deel. Met Platen. Te Rotterdam, by de Wed. J.P. van Heel, 1796. In gr. 8vo. 424 bl.Dit geheele Deel behelst het vervolg van den Roman, waarvan het begin, in 't laatst gedeelte van het voorgaande 5de Deel, word opgegeeven. - Wy zyn, by het leezen van hetzelve, niet te leur gesteld in onze verwagting, dat deeze Roman eene plaats verdient onder de leerzaame Verhaalen van dit zoortGa naar voetnoot(*). - Wy kunnen van deezen breedvoerigen Roman niet anders dan een kort uittrekzel geeven, en moeten voorts den Leezer na het boek zelf wyzen. - Alexis was de vrugt van een geheim Huwelyk, werd door zynen Vader, eerst aan de zorg eener by hem bekende Minne, en voorts ter opvoeding aan een braaven Leermeester, des Vaders vriend, toevertrouwd. Dan, alzo geene, voor zyn eigen leven, en dat van zynen Zoon, vreesde, uit hoofde van de navorschingen van zynen Vader, en vooral van zynen Broeder, die, door hen uit den weg te ruimen, uitzicht had op eene aanzienlyke erffenis, werd hy in de droeve noodzaaklykheid gebragt, wilde hy 't gevreesde gevaar niet loopen, de hand van zynen Zoon af te trekken, en hem aan zich zelf over te laaten. Dus verlieten Vader en Leermeester Alexis, in eenen hoopeloozen toestand. - Dees trok daarop al dwaalende de wyde wereld in, zonder te weeten, waar te belanden, of waar door te bestaan. Op zynen weg, ontmoette hy een jonge Juffer en een ouden Knegt, die hy 't geluk had uit een groot gevaar te redden; uit erkentenis namen deezen hem mede, en bragten hem op eene Landwooning, gelegen midden in een Bosch, (het Huisje in 't Bosch). De bewooner van hetzelve, Candor genaamd, ontving hem, voornaamlyk na 't bericht van 't ge- | |
[pagina 230]
| |
beurde, met alle hartelykheid. De verkeering met den ouden Candor, en de hoedanigheden van de geredde Jongvrouw, (Klaartje genoemd) verbonden hem ras aan dit stil verblyf, en de liefde verbond ras de beide harten der jonge lieden. Evenwel bleef voor eenigen tyd de waare toestand van Candor's omstandigheden en levenswyze een geheim voor Alexis. - Op 't laatst, na dat de oude man, op allerleye wyze, Alexis had beproefd, ontdekte hy hem 't voornaamst geheim, en bezwoer hem, zynen dood-vyand, die hem in zyne Vrouw, welke hy teder beminde, op de gevoeligste plaats beledigd had, op te zoeken, en hem aan zyne wraak, daar hy hem vond, op te offeren. Daar nu de edele en menschlievende gevoelens van den Jongeling hem zulk eenen last met afgryzen deeden beschouwen, die nog meer moest vermeerderen, om dat uit het verhaal van den Ouden bleek, dat Klaartje juist de Dogter van deezen zynen vyand was, besloot Alexis zich aan die, anders voor hem zo zeer aangenaame, samenleving te onttrekken; en trok heimlyk weg, om op nieuws, als 't ware, op de genade aan, op den aardbodem om te zwerven. Op deezen togt ontmoette hy eenen Italiaan, die zich als ontstolen had aan een bende Rovers, die hem, zynes ondanks, by zich wilden houden; dees bood zich aan, zyn dienaar te willen zyn, en hy vond in hem een vermaaklyken Reisgenoot en getrouwen Vriend. - Na veelerleye ontmoetingen en wederwaardigheden, welke hy, en zyne Klaartje, die hem opzogt, onderging, ontmoette hy haaren Vader, en vond ook zyne Ouders, en braaven Leermeester, zelfs zyne beminde Klaartje, weder; alles vereenigde zich thans, om den ouden Candor te bezoeken, de verzoening werd getroffen, en de zaak kreeg eenen gelukkigen en gewenschten uitslag. - De tusschenverhaalen, de ontmoetingen en omstandigheden, in deezen Roman ingevlochten, vallen, wel is waar, nu en dan, wel in 't wonderbaare, doch echter niet in 't onmooglyke of onwaarschynlyke, zelfs zyn ze, veelal, natuurlyk. - Doch het geen deezen Roman 't meest aanpryst, zyn de zedekundige Aanmerkingen, die, in het Werk verspreid, zeer dienstig zyn, om nuttige Lessen, met toepassing op de onderscheidene omstandigheden deezes levens, aan de hand te geeven. |
|