Dichter aanbood. In acht Boeken heeft jordens het schoon onderwerp zyner Zangen verdeeld. Het eerste beschryft de komst van Josef in Egypten, zyn gedrag als slaaf, en hoe hy daardoor de gunst en vriendschap van zynen meester verwierf. Aan het einde van dit boek horen wy den Jongeling zelve spreken met Potifar, deszelfs huisvrouw en enige Egyptische Groten, over de grote werken van den énigen Schepper des Heelals. Op verzoek van het aanzienlyk gezelschap wisselt hy zyne reden af met een verhaal van de merkwaardige lotgevallen en doorluchtige daden zyner voorvaderen. Dit verhaal, dat in het gehele twede en derde boek voortgaat, schynt ons toe den lezer wezenlyk te lang op te houden, en is misschien ook minder geschikt de aandacht te strelen, alleen, wyl het, hoezeer vele schone, echter zozeer bekende, zaken behelst. Het vierde boek, misschien het schoonste van het geheel, geeft ene zeer levendige beschryving van den hartstochtlyken gloed, welke Potifars huisvrouw, nadat zy den beminlyken Hebreër gezien heeft, verteert, en van den edelen wederstand, welken de deugdzame Josef aan hare listige en verleidlyke aanzoeken biedt; waaruit dan ook zyne onverdiende veroordeling tot den kerker volgt. Het vyfde schetst Josefs gedrag en ontmoetingen in zyne gevangenis; en deze schets is door de versieringen des dichterlyken vernufts zeer aangenaam en belangryk gemaakt. Het zesde geest verslag van ene hemelsche verschyning, welke den Held de lotgevallen zyner nakomelingen leert kennen, en met bemoedigende hope vervult. Het zevende en achtste boek behelst dan de ontknoping van het geheel, en vertoont ons den deugdzamen, na lang met het lot geworsteld te hebben, eindlyk, door den invloed der Godlyke Voorzienigheid, tot de hoogste ere verheven, gelukkig-werkzaam voor de belangen van een geheel volk, en in de gunst van een Vorst, die de Vader is zyner onderdanen, in den eerbied van alle braven, in den vrede des huislyken geluks, in de
bewustheid van zyne deugd, alle heil genietende. By de verscheidenheid, welke de Dichter, zoveel hem mooglyk was, getracht heeft in de enkelde delen van zyn stuk te brengen, heeft hy nogthans de eenheid van bedryf genoeg bewaard. Voorts is zyne verdichting geheel in den geest der tyden. De Episoden worden natuurlyk aangebragt, staan met de hoofdzaak in genoegzaam verband, en gaan nooit geheel buiten het waarschynlyke. Stoute figuren heeft jordens niet vele, maar in zyne vergelykingen is hy dikwyls zeer gelukkig. Zyn styl, welken het in 't algemeen aan gene sterkte ontbreekt, zou evenwel op sommige plaatsen voor een Heldendicht wat zwak kunnen schynen. Deze en meer andere aanmerkingen van geen groot gewigt, welke ons bestek niet toelaat aan te roeren, kunnen daarom niet beletten, dat wy het. Werk van den verdienstlyken jordens zeer ter lezing blyven aanpryzen.