Chemische en Physische Oefeningen, enz. enz. Door P.J. Kasteleyn. Na deszelfs Overlyden vervolgd door N. Bondt, Med. Doct. en Hoogleeraar in de Kruidkunde te Amsterdam, en J.R. Deiman, Med. Doct. te Amsterdam. Laatste Stuk. Te Leyden, by Honkoop en van Tiffelen, 1797. In gr. 8vo. 103 bl.
Door een te grooten overvloed van stoffen, van een meer algemeenen smaak, zyn wy maar al te dikwyls verhinderd geworden, om van de zo nuttige en wel uitgewerkte Stukjes der Chemische en Physische Oeffeningen van den Heer kasteleyn, naar hunne waarde, gewag te maaken. Met alle hoogachters van kunde en vlyt betreurden wy den, voor den voortgang der Scheidkunde in ons Vaderland, zo noodlottigen dood van kasteleyn; wy hoopten, echter, dat de Heeren bondt en deiman dit gewigtig verlies door het vervolgen zyner Werken zouden heelen. Doch, tot onze waare droefheid, wierd ook de geleerde en werkzaame Hoogleeraar bondt, op het onverwagtst, door een ontydigen dood weggerukt; terwyl Dr. deiman zich door zyne menigvuldige bezigheden in de onmogelykheid bevond, om een Werk van dien aart verder te vervolgen. Hier door neemen deeze Oeffeningen thans, met het Vyftiende Stuk, waar mede het Derde Deel voltooid is, een einde.
In dit Stuk vindt men, in de eerste plaats, eene Verhandeling van de Heeren deiman, paats van troostwyk, bondt en lauwerenburg, over de uitwerking des Kwiks op het leven der Planten. In deeze Verhandeling word met een aantal Proeven beweezen, dat de Kwik, by een plantgewas geplaatst, hetzelve door zyne uitwaasseming binnen weinig dagen doet omkomen; terwyl Kwik, met de aarde, waar in eenige planten groeiden, gemengd, dezelve niet hinderde. Deeze toevallige ontdekking deed deeze Geleerden verder eenige Proeven neemen, aangaande de vermenging der zogenaamde Oxides, of Metaalkalken, met gewoone aarde, en derzelver werking op den groei der gewassen; wanneer zy ontdekten, dat het rood Precipitaat van Kwik zeer schadelyk was voor den groei; terwyl Menie, Goudglid, Koperkalk, enz. geen kwaad deeden.
Hier op volgt eene Verhandeling van den Heer kirwan, over de verschillende zoorten van Mist, voor de verschillende Landeryen. Dit Stuk is zeer uitvoerig en wel