Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797

De Kwakzalver van Staat, of de Dood van Hansworst. Klugtig Blyspel, door J.A. Schasz; in leeven Med. Doctor Zynde dit het derde Stuk van 's Mans nagelaaten Schriften. In 's Hage, by J. Plaat, 1796. In 8vo. 68 bl.

Niettegenstaande in het Voorbericht voor dit Stukjen, als met de eigen woorden van wylen Dr. schasz, op zyn Sterfbed gesprooken, betuigd word, dat het oogmerk deszelven zuiver was, en alleen dienende, om het, op valsche gronden steunende, Patriotismus te gispen, en daarentegen het zuivere Patriotismus te bevorderen, 't welk wy gaarne aanneemen, blyven wy, voor als nog, by onze gedagten, die wy, by de aankondiging van 's Mans Lucifer, in ons Maandwerk, voor den Jaare 1796. No. 11, bl. 472, hebben aan den dag gelegd. - Dit Stuk mag ook onder de lachverwekkende geplaatst worden, en verdient onder dezelven zeker den minsten rang niet. - Van beter alloy is gewis het volgende van dezelfde hand:

Samuel de Profeet, of de Joodsche Regeering hoe langer hoe erger, door J.A. Schasz; in leeven Med. Doctor. Zynde dit het vierde Stuk van 's Mans nagelaaten Schriften. In 's Hage, by J. Plaat. In 8vo. 72 bl.

Dit is eigenlyk het eerste Stukjen van het hier in 't licht gegeeven Werkjen, waar van wy het tweede, dat echter

[p. 140]

(volgends het Voorbericht) van een gantsch anderen en vrolyker aart zyn zal, eerlang te wagten hebben. - Het Godsdienstig, verstandig, Volklievend en onbaatzugtig, Character van den braaven Samuel, als Regter in Israël beschouwd, contrasteert hier, ten sterksten, met de laffe, onedelmoedige en baatzoekende, gesteldheid zyner Zoonen, die, zonder gevoel van Godsdienstigheid, het goede, dat nog in hun hart mogt huisvesten, verstikken, en door den invloed, dien zy hunne Huisvrouwen, die als trotsch en heerschzugtig, of gierig en wellustig, worden voorgesteld, over hen laaten gebruiken, gintsch en weder worden geslingerd, zich de schreeuwendste onregtvaardigheden veroorloven, en hun en hunner Vrouwen geluk, of voorspoed, ten koste van het welzyn en het regt des Volks, tragten te vestigen: doch dat alles op hunnen eigen ondergang uitloopt, en met hun verderf eindigt. - Eene schilderye, die zeker verdient gestadig voor het oog te hangen van allen, die met eenig bewind, over Lands- of Volksbelangen, verwaardigd worden!!!