van elizabeth was weder in denzelfden toon: ‘Gy hebr mogelyk den Spyker op 't hoofd geslaagen, carey! 't Kan zo zyn!’
Hier mede eindigde deeze woordwisseling, welke by carey geen nadenken agterliet; doch eerlang bleek by elizabeth niet vergeeten te zyn. - Naa verloop van eenigen tyd, deed carby by de Vorstinne aanzoek om een Adelyk Goed, te haarer begeevinge staande; en by 't zelve herinnerde hy de Koningin, dat zy hem iets zodanigs beloofd had. - Hy, om 't voorgevallene gesprek niet denkende, werd daar aan herïnnerd door elizabeth, die hem op een verwytenden toon toevoegde: ‘Wel! en wat zou dat betekenen? 't Was alleen de Belofte van eene Vrouw!’
Had de Koningin 't alleen by deeze wederkaatzing laaten berusten, dan was het niet ongeestig te passe gebragt; doch zy weigerde hem volstrekt het verzogte gunstbetoon: zy weigerde tevens allen verderen aanzoek van haaren Neef te hooren. 't Geen carey zich zo zeer aantrok, dat hy van hartzeer stierf.