Anecdotes.
't Is al de wereld bekend, dat de Graaf van Oxford (Mr. harley) zeer veel hadt toegebragt om den Hertog van marlborough in ongenade te brengen. Toen, in den jaare 1712, naa de verandering van het Engelsch Staatsbestuur, Prins eugenius te Londen kwam, en men dagt dat het oogmerk zyner overkomste strekte om de Whigs door zyne tegenwoordigheid en kunstenaaryen aan te moedigen, bejegende die groote Man marlborough als of hy nog diep in de Hofguust deelde. De Graaf van Oxford, eugenius ter maaltyd genoodigd hebbende, wenschte zichzelven geluk, dat hy den eersten Veldheer van Europa aan zyne tafel hadt; Indien ik, hernam de Hertog, de eerste Veldheer van Europa ben, dan mag ik u daar voor bedanken! Eene lofreden te gepaster en te snediger, dewyl marlborough zyne ongenade meest aan den Graaf van Oxford te wyten hadt.
Van denzelfden stempel was 's Hertogs van marlborough's eigen antwoord aan den Marschalk tallard, naa den Veldslag by Blenheim: wanneer de Marschalk zeide, dat de Hertog de nederlaag hadt toegebragt aan het beste Krygsvolk in Europa, gaf hy daar op te houden: Ik hoop dat gy daar van uitzondert het Krygsvolk, 't welk dezelve verslaagen heeft!
Dusdanig was ook het wederwoord, door den Hertog van montague aan den Hertog van marlborough toegevoegd, te Bougton, in Northamptonshire, wanneer de laatstgemelde de Waterwerken aldaar bewonderde, en zeide dat hy ze gelyk schatte met die van lodewyk den XIV, te Versailles. Neen, myn Heer de Hertog, myne Waterwerken evenaaren de zyne niet maar uwe Vuurwerken zyn veel beter dan de zyne!