niet nakomen deezer Voorwaarde, moest deeze Erfenis vervallen op eenen Oom van Fullarton. Ondertusschen had deeze, in Braband, een vermeende Weduw getrouwd en, uit barmhartigheid omtrent een Franschen Emigrant, een Dier, dat voor een Rypaard werd opgegeeven, beleend, of gekogt. De Oom, agter deeze dubbele schending van den Laatsten Wil zyns Broeders gekomen, wilde hem van de Erfenis ontzetten; doch by de ontwikkeling bleek, dat de Vrouw, die Fullarton getrouwd had, geen Weduwe, maar de Egtgenoote van den Franschen Emigrant, Valcour, was, en dat het Rypaard, geen Paard, maar een Muildier, was. Dit alles wordt geestig, en niet minder satyricq, voorgesteld; doch, gelyk wy zeiden, het Stuk is, over het geheel, weinig intressant.