Vrolyke Reis van een Engelschman, door Holland. Vry naar het Engelsch gevolgd. In den Haage, by J.C. Leeuwestyn, 1796. In gr. 8vo. 200 bl.
In hoe verre dit Werkje eene Engelsche Scheering en een Hollandsche Inslag hebbe, kunnen wy niet bepaald zeggen; dit wel, dat het geheel ons niet behaagt. Geenzins, dewyl wy den neus vieslyk opschorten, als een Werk een lugtig en lustig aanzien heeft, geschikt is om het voorhoofd te ontsronzelen, en den geest, in een ledig uur, vervrolykende uitspanning te verschaffen, (onze veelvuldige gunstige beoordeelingen van Werken van deezen aart kunnen hier voor ons getuigen;) maar omdat de Reis, voorhanden, deels opgevuld is met aanstootlyk voorgestelde zogenaamde Liefdensgevalletjes; deels met Spotternyen, meest wel rechtstreeks tegen By- en Waangeloof ingerigt; doch maar al te zigtbaar gemunt, om, onder dien schyn, den Godsdienst zelven in een verachtlyk licht te doen voorkomen. - Voorts zyn 'er in, Reisontmoetingen van eenen lompen aart, en met geene kieschheid altoos medegedeeld; waarin ook geene geestlgheid in 't allerminst steekt; die doen geeuwen, en, schoon geen der asdeelingen lang is, na het einde doen verlangen. - Vergeefsch zal men 'er, ten aanziene der vlugtig doorgereisde Steden en Plaatzen, iets in zoeken, dat niet elders veel breeder, naauwkeuriger en beter, beschreeven is. - Van het Volkscharacter geeft de Engelschman, of de vrye Naavolger, niets anders dan Carricatuuren, en deeze van de slegtste soort. - Eene en andere, schoon, buiten één geval, met de enkele voorletteren aangeduide, doch onder deeze, uit de bygevoegde omstandigheden, genoegzaam kenbaare, Persoonen komen 'er in voor; deeze zyn het best getroffen, schoon 'er op deezen en geenen nog al iets zou vallen aan te merken. Wy twyfelen niet of deeze zyn geheel van de hand des Nederduitschen vryen Naavolgers. - Met één woord, men heeft een Boek willen maaken; en dit Maakzel is droevig slegt uitgevallen. Dit is meer het geval met douzyn-werk. Wy
meenden niet minder te moeten zeggen van een Werkje, dat zo veele slegte eigenschappen heeft, en geene goede, die dezelve eenigermaate kunnen opweegen. Het zou ons leed doen, te verneemen, dat 'er een Tweede Druk van kwame, gelyk wy dit, helaas! omtrent Schristen, die geen eens drukkenswaardig zyn, te meermaalen ondervonden, tot schande van den Smaak onzer Landgenooten, die wy hoopen, dat, in geen grooten getale, ‘al lachende op deeze Reize zullen medegesleept worden, of daar in genoegen vinden,’ gelyk de slotwensch des Reizigers luidt, ‘over zyn gering Geschryf.’