Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Fransche Catechismus, of Beginzelen van Republikeinsche Zedekunde, in Vaerzen gevolgd naar het Fransche van La Chaubeaussire, eerste Lid van het Committé van Publiek Onderwys, door N.C. Brinkman, Wed. C. van Streek. Te Amsterdam, by M. Schalekamp, 1796. 24 bl.Het ontbreekt ons niet aan Leerboekjes, of Catechismussen, naar den tyd, welken wy beleeven, ingerigt. Van min en meer aanpryzenswaardige hebben wy gesprookenGa naar voetnoot(*). Het thans voor ons liggend klein vertaald Boeksken zagen en lazen wy, in 't oorspronglyke, met verrukking. Wy verlangden eene Vertaaling voor onze Vaderlandsche Jeugd te ontvangen, en twyfelden niet, of dezelve zou welhaast, zo niet te schielyk, komen; dewyl wy het zeer moeilyke, om het fraaije, kortbondige, Fransch te volgen en te treffen, inzagen. De Dichteres, die ons deeze Overzetting schenkt, erkent ook het moeilyke ondervonden te hebben. Over 't algemeen, mag men zeggen, is zy redelyk wel geslaagd, schoon in 't eene veel beter dan in het andere; dit geeft eene ongelykheid aan deeze Vertaaling, daar het oorspronglyke zich overal | |
[pagina 350]
| |
gelyk is. Korte belangryke Vraagen worden elk met vier Dichtregelen beantwoord. Zie hier de twee eerste:
Wie zyt gy?
Een vry en denkend mensch, Republikeinsgezind;
Gebooren om myn dienst aan 't Vaderland te geeven -
Bestemd om van myn werk, of myn vernuft, te leeven;
'k Verfoei den Dwang, terwyl de Wet me op 't naauwst verbindt.
Wie heeft u geschaapen?
Dat Wezen, in wiens hand berust des Waerelds lot,
't Geen lucht en vuur, en zee, het stof, de menschen, dieren,
Het licht, de sterren, de aard, en vormde en blyft bestieren;
'k Geloof aan zyn bestaan, en noem 't, eerbiedig, god!
Algemeene Kundigheden, algemeene en byzondere Pligten, worden even zo in LII vierregelige Versjes begreepen; by voorbeeld, om nog deeze twee tot staaltjes aan te voeren;
Wat is Vryheid?
Het schoonst geschenk van God, dat wy niet kunnen derven,
De schat des stervelings - die haar verliest moet sterven ...
ô Slaaven! werkt met moed, en maakt u weder vry!
God bragt de Vryheid voort! de Mensch de slaverny.
Geeft de Vryheid ons het Recht om alles te doen?
Losbandigheid wierd nooit door Vryheid voorgeschreeven.
Zy maakt gezag en wet niet haatlyk voor den mensch:
Zy doet ons billyk zyn, naar onze pligten leeven;
Haar regel is het recht, de wet is haare grens.
Ouders, Leermeesters, die opgeklaarde en zuivere denkbeelden der jeugdige harten wenschen in te storten, zullen dit Boekje, hoe klein, voor een schat moeten houden; en een ontwikkeling der hier aangevoerde denkbeelden, gemaklyk in 't geheugen te prenten, voor de opluikende Verstanden een allernuttigst onderhoud opleveren. Van veelvuldigen dienst kan dit klein Werkje weezen. |
|