Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 280]
| |
Wysgeerige Verklaaring der Rechten en Pligten van den Mensch en Burger; en een Ontwerp van de daar uit volgende Grondwetten van Staat, voor een één en onverdeeld Bataafsch Gemeenebest-bestuur. Door Cornelis Zillesen. Te Leyden, by Herdingh en du Mortier, 1796. In gr. 8vo. 142 bl.Onvermoeid betoont zich de Burger zillesen, om zyne Landgenooten, in dit zo gewigtig Tydperk, voor te lichten. Het boven aangeduide Geschrift mag aangemerkt worden als een Aanhangzel op 's Schryvers Ontwerp der Bataafsche Constitutie, ons onlangs voorgesteldGa naar voetnoot(*). 's Mans doel en plan zien wy, in het Voorbericht, met deeze woorden voorgedraagen: ‘Is het tydvak, dat wy thans beleeven, het merkwaardigst dat de geschiedenis ooit heeft opgeleverd; en nadert de tyd dat men aan de Bataaven, een Ontwerp van een Constitutie gegrond op de Rechten der Menschheid, zal voorstellen, dan acht ik het ook noodig, dat die Rechten van den Mensch en Burger, eenvoudig verklaard, en de daar uit voortkomende Pligten teffens aangeweezen worden; want Rechten veronderstellen Pligten, en het kennen en het naakomen van het laatste is ruim zoo noodzaaklyk als de weetenschap van het eerste; om dat alle de rampen der Volken oorspronglyk zyn uit pligtverzuim van hun die regeeren, en zy die geregeerd worden. Dit onwederspreeklyke waarheden zynde, zo behooren ook alle ontwerpen der Grondwetten van Staat gegrond te zyn op de Rechten en Pligten van den Mensch en Burger. Om dat ik de verklaaring der Rechten en Pligten van den Mensch en Burger, Wysgeerig behandel, zo heb ik my niet gebonden aan de Franschen, zo min als aan de door onze Volksvertegenwoordigers opgegeeven Rechten der Menschheid, te meer, daar ik de Rechten van den Mensch en van den Burger, ieder byzonder behandel. Ook komt het my (onder verbetering) geschikter voor, de Rechten, die orde te | |
[pagina 281]
| |
geeven, dat ze, zoo na mogelyk, regelmaatig, als gevolgen uit elkander voortvloeijen. De verklaaring van ieder Articul plaats ik in nooten; doch ik heb die verklaaringen teffens zoo ingerigt, dat dezelve toepasselyk zyn op de tegenwoordige omstandigheden des tyds, zulks noodzaaklyk oordeelende voor minkundigen. - Op de Rechten van den Mensch, in de eerste Afdeeling - laat ik die van den Burger in de tweede - dan de Pligten by de derde - en in de vierde Afdeeling eindelyk de Grondwetten van Staat, voor de Bataafsche Republiek, volgen.’ Zie daar het doel en plan van dit Werkje. In de uitwerking van 't zelve doet zich zillesen, even als in zyne andere Schriften, kennen voor den in 's Lands zaaken en belangen kundigen Man, wiens Aanduidingen zeer veel overweegings verdienen; en twyfelen wy geen oogenblik, of men zal op veele plaatzen, ten aanziene van verscheide byzonderheden, licht by hem kunnen ontsteeken: de aanwyzingen van de plaatzen, op welken dit toepasselyk is, zouden onze Aankondiging te breed doen uitloopen, behalven dat de aaneengeschakelde orde eene geheele leezing behoeve, om enkele plaatzen wel te begrypen. Met één woord, schoon men hem in alles niet zal byvallen, is 'er veel, zeer veel, in, 't welk de toestemmende goedkeuring zal wegdraagen; veel, welks opvolging hoogst te wenschen ware. Uit het slot schryven wy alleen deeze nooit genoeg herinnerde Bedenking over: ‘Dat ik, in veele opzichten, verschille met de Grondwetten van de Fransche Republiek, heeft zyn reden. By die Natie vorderde de overgang van het Monarchaale tot het Gemeenebestbestuur een grootere verandering, daar by ons de voorige gebrekkige Gemeenebest-regeering maar noodig heeft veranderd te worden, naar de Grondbeginzelen van de Rechten der Menschheid. - De middelen van bestaan der Franschen zyn ook van eene geheel andere natuur dan die van ons Nederlanders; hun grond is ryk en vermogend, om uit zyn schoot ruim het dubbeld aller noodwendigheden des leevens op te leveren, daar wy integendeel een ongunstigen kostbaaren grond bewoonen, ongenoegzaam tot onze behoeften. Laat de Fransche Natie tot den grootsten staat van armoede gebragt zyn, dan kan by vrede, in korte jaaren, dat Volk weer magtig en vermogend weezen; om dat het meerdere | |
[pagina 282]
| |
van haaren vrugtbaaren grond, welke zy kan verkoopen aan andere Volken, haar verrykt ten kosten deezer Natien; maar gansch anders is het by ons Hollanders, hier moet een groot gedeelte onzer meerdere arbeidzaamheid besteed worden ter aanvulling van het te kort komende aan onze behoefte. De Franschen haar handel met binnenlandsche Producten is, ten opzichte der Buitenlanders, actief, en de onze passief, de eerste geeft rykdom en welvaart, en de tweede verteert rykdom en welvaart, en kan niet hersteld worden, dan met de overwinsten, welke de buitenlandsche Koophandel, Zeevaart, en binnenlandsche Fabrieken, aanbrengen. Een dubbele vlyt en vernuft moet by ons vergoeden het ongunstige der Natuur. Ons gansche Staatsbestuur, zal het beantwoorden aan zyne verwagting, dient derhalven daar naa ingerigt te worden. Geld is de allernoodzaaklykste behoefte van ons Land, dit in eens van ons afgenomen, verdroogen alle de bronnen van ons bestaan, door contant Geld alleen zyn wy de voornaamste vragtvaarders van Europa, en leveren de voortbrengzelen van het eene Land aan die van het andere. Alle Plannen van Staatkunde, welke den omloop van geld doen verminderen, leggen den grond tot onze totaale ruïne, dus hoe Vaderlandlievend iemand mag denken, is hy daarom nog geen geschikt voorwerp voor onze Regeering en vooral om in het Financieele eenig bestuur te hebben. Alle ontwerpen van herstel van ons Land zyn volstrekt vrugteloos, indien men niet tragt den omloop van het Contante Geld te vermeerderen, en onze voorige en tegenwoordige Belastingen hebben den grond gelegen tot het verval onzer Fabrieken. Onze Vryheid, Gelykheid en Broederschap, zal weinig vruchten opleveren, indien 'er niet de zodanigen aan het bewind komen, die eene grondige kennis van alle de takken onzer welvaard, verval en herstel, hebben.’ Veelvuldig, en meest zeer gepast, zyn de Raadgeevingen en Vermaaningen, door deezen Burger zynen Landsgenooten in dit Tydsgewrichte medegedeeld. ‘Het is,’ dus laat hy zich onder andere hooren, ‘geen geringe zaak, Bataven! eene Constitutie te ontwerpen, geschikt naar de binnen- en buitenlandsche Staatsbelangens van ons Land, en dat in een tydvak daar een algemeen Zedenbederf by alle Natien heerscht. Lucht- | |
[pagina 283]
| |
gesteltenis, aart, zeden, en onderscheiden middelen van bestaan, dienen hier nimmer uit het ooge verlooren te worden; en dat nog wel de ergste bezwaarposten zyn, zyn vyanden van buiten en binnen, verdeeldheden onder der de Bondgenooten en Burgers, en een leedige Geldkas, overlaaden met genoegzaam onbetaalbaare Staatsschulden. Hier zal Wysheid, Voorzichtigheid en Staats-Oeconomie, noodig zyn om een Ontwerp zamen te stellen, dat aan de best mogelyke vereischtens voldoet. - Bataven! zonder Eendracht kunnen wy in het groot te onderneemen Werk nimmer gelukkig slaagen. Onze binnenlandsche Vyanden zullen u onderling tragten te verdeelen, tweedracht zaaijen onder uwe Volksvertegenwoordigers, Municipaliteiten, Societeiten en Burgers, en u inscherpen ongehoorzaamheid aan de Wetten, welke van uwen smaak niet zyn; maar wagt u voor alle verdeeldheid en ongehoorzaamheid aan de Wetten, alle rampen der Franschen zyn oorspronglyk geweest uit deeze twee verderflyke bronnen. - Maar zie ook teffens voorzichtig uit uwe oogen, dat alle overgedraagen magt aan uwe Volksvertegenwoordigers in het Ontwerp wyslyk bepaald word: want ofschoon de tegenwoordige Representanten daar geen misbruik van maakten, by tyd en wylen kunnen 'er aan het bewind komen, die zich van dat onbepaalde bedienden, en daar door den grond ter overheerschinge lagen; en juist van dit punt hebben zich altoos de Overheerschers bediend om de Volken te overheeren! - - Bataven! zonder Eendracht zyt gy verlooren; en zult als vooren van buiten of binnen 's lands overheerscht worden, uwe Vyanden leggen op hun loeren, en verheugen zich al aanvangelyk over uwe onderlinge haat en tweedragt, en blaazen dit twistvuur heimlyk aan. Verdeel en heersch was der Romeinen grondregel; het Despotismus bedient zich hier van, en de Franschen hebben de rampen daar van ondervonden!’ |
|