Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerzameling van Publicatien en andere meest belangryke Decreten der Provisioneele Reproesentanten van het Volk van Holland, betreffende het Binnenlandsch Bestuur zedert de Regeerings Omwenteling in 1795, het eerste Jaar der Bataafsche Vryheid, voorzien van een algemeen Prospect op Nummers en Datums, mitsgaders van een naauwkeurig zaaklyk Register, door Mr. J.H. Milet, Raad in den Hove van Holland en Zeeland. Eerste Deel. In den Haage, by J.C. Leeuwestyn, 1796. In gr. 8vo. 236 bl.Toen wy de eerste keer gewaagden van de Uitgave der Geëxtendeerde Notulen van StaatGa naar voetnoot(*), hebben wy opgemerkt, hoe zeer men zich thans bevlytigde, en elkander als verdrong, om Staatsstukken door den Druk algemeen te maaken, en elk in handen te stellen. De Burger milet begeeft zich met de hier voor ons liggende Verzameling mede in dien drang. Zyn byzonder oogmerk geeft hy met deeze woorden den Leezer te verstaan. ‘Vertrouwende op uwe Goedgunstigheid, geëerde Leezer! ten aanzien van eenen arbeid, die door my met geen ander oogmerk ingerigt is, of heeft kunnen | |
[pagina 213]
| |
worden ondernomen, dan blootlyk tot gerief der Maatschappy, doch allermeest van een aanzienlyk aantal haarer individueele Leden, wier byzondere betrekking en positie tot en in dezelve hun zulk een Handboek, als den Burger hier wordt aangeboden, onontbeerlyk maakt; heb ik, die in het verhooplyk welslaagen van deze myne bedoeling verklaare myne Eerzugt te beperken, en eene ruime belooning te zullen vinden, ook geene zwaarigheid gemaakt om ten verzoeke van den Boekverkooper, op wiens verdienstlyk voorstel (behalven de tusschenkomende Decreeten, welke ik gemeend heb tot dit Werk te behooren) en voor wiens rekening deze Verzameling gedrukt wordt, mynen naam daar voor te plaatsen; voornaamlyk (zeg ik) daar toe overgehaald door 's Mans verzoek, of liever dringend aanhouden, en eindelyke verklaaring van anders liever te willen afzien van eene onderneeming, welke my dog te belangryk voorkwam, om niet door eene volgzaamheid van myne zyde te worden aangebonden, te meer daar my, behalven myn eigen, ook niet onbewust was het vry algemeen verlangen, om van eene compleete eenigzins beschaafde Verzameling deezer Staatsstukken, in eene behoorelyke Tydorde, en ten gebruike handzaam Formaat, te zyn gediend. Ziet daar, geägte Leezer! de hoofdbedoeling, welke ik my in het bewerken dezer Verzameling heb voorgesteld, - of en in hoe verre ik die op my genomene taak, (waar toe 'k beken het juist geen zonderling talent, waar op ik ook geen aanspraak maak, vereischt wordt) heb mogen slaagen en de Boekverkooper zyne Rekening daar by zal vinden, moet door den tyd en aftrek zig beslissen. Omtrent den Inhoud valt, behalven 't geen reeds de Titul medebrengt, niets meer te zeggen: en wat de inrigting betreft, die doed zig even eens van zelve voor, en is zo dood eenvoudig, dat het byna gemaaktheid zou kunnen schynen, daar van te reppen, klaarblyklyk zynde, dat die niet anders konde vallen dan volgens den leidraad der Decreeten: ja dat de algemeene deugd van 't Werk (indien het eenige heeft) daar in bestaat, dat die zo zy, gelyk zy werklyk is, en niet anders; weshalven dan ook niet alleen de Tydorde der Decreeten, maar ook de Volg-orde der onderwerpen van Deliberatie telker Vergadering, ge- | |
[pagina 214]
| |
trouwlyk is in agt genomen; hebbende tot meerder gemak de Maanden boven aan doen stellen.’ Uit dit schryven aan den Leezer laaten wy onze Leezers opmaaken wat zy in deeze Verzameling te wagten hebben. Terwyl de Verzamelaar voorts zyn Werk aanpryst aan zyne Medeburgers en Broeders, die door de vrye keuze hunner Medeburgeren tot Posten van Regeering of Bewind benoemd kunnen worden. - Ook belooft hy, ten slot, om die geenen onder zyne Medeburgers, ‘wien het aan kennis der onduitsche of zogenaamde Bastaerdwoorden, eigenaartig in stukken dezer Verzameling, mogt ontbreeken, te gemoet te komen, het Eerste Deel derzelven te doen vergezeld gaan met eene zo veel mogelyke gelyktydige uitgave van een in 't zelfde Formaat te vervaardigen Register of Woordenboekje, ter verklaaring van de meest gebruiklyke en in gemelde stukken gebezigde Kunst- of Bastaerdwoorden.’ - Met dit Byvoegzel, zullen wy ook misschien het op den Tytel beloofde zaaklyk Register ontvangen. Wy hebben, naa deeze opgave, meest met de woorden des Uitgeevers, niets van deeze Verzameling te zeggen, dan dat dezelve loopt van 26 Jan. 1795 tot 31 Maart diens eersten Jaars der Bataafsche Vryheid. |
|