derlyke hut: maar de nieuwsgierigheid drong hem, ten anderen maale, zich het eerst gezien gezicht weder te verschaffen, en hy kwam op eene andere plaats uit dan de eerstemaal, en zag een Landhuis voor zich, snelde daar heen en ontmoette, voor de eerstemaal zynes leevens, een vrouwelyk weezen van zestien jaaren. Fanny, zo heette deeze Dame, werd, van dat oogenblik af, van hem bemind, en deeze liefde levert, in het overige deezes boeks, den inslag en scheering voor het geheele stuk. Zy beminde hem, na dat zyn afkomst bekend geworden was, met toestemming haarer Familie, weder zeer teder. Ongelukkig voor beider liefde werd william bekend met een Meisje van veel laager rang, wier Ouders hy, uit het beginzel van menschlievendheid, in zeker geval, gered had; dit
Meisje, mary geheeten, werd door hem op eene zeer liefkozende wyze behandeld, wel met die tederheid, die warme en geen argdenkende Vriendschap hem scheen te veroorloven, doch die door de minnende fanny, die hem in dergelyke omstandigheden verrastte, verkeerdelyk werd opgevat, en eene hevige jalouzy in haar verwekte, die, daar hy van zyne vriendschappelyke tederheid, zelfs voor haar, geen geheim maakte, te weeg bragt, dat zy, tegen haar eigen hart aan, haare hand aan een ander schonk. Nu werd william in ernst te raade mary te trouwen, die uit dankbaarheid zyne hand zoude hebben aangenomen; doch, toen dit op 't punt stond te geschieden, ontdekte william, dat haare liefde elders geplaatst, en zy verloofd was. Edelmoedig stond hy van haar bezit af aan hem, die haar hart bezat; en nam het besluit naar Indiën over te steeken, werwaards fanny met haaren Gemaal vertrokken was, om in de vriendschap te vinden 't geen de liefde moest derven: aangeland werd hy, door fanny en haaren Echtgenoot, op 't vriendelykst ontvangen; doch, de gemeenzaamheid en dagelyksche omgang met haar, die hy nog vuurig bevond te beminnen, voor zyne deugd gevaarlyk wordende, verliet hy de wooning deezer Gehuwden. Een zwaar onweder bragt hem in een Dal, alwaar hy eenen uit de veragtelyke Casse der Parias aantrof, wiens Dogter Nahyda, even gelyk hy weleer, een Kind der Natuur was, welke hy zich ter Vrouwe nam, en met welke hy, na fanny en haaren Man, by toeval, wedergevonden te hebben, naar Engeland wederkeerde; den ouden Paria met deszelfs Vrouw medeneemende: daar aangekomen vond hy zynen Vader nog in leeven, en, na dat zich mary, met haaren Echtvriend, by hen gevoegd had, leefden alle deeze zich onderling hartelyk beminnende Vrienden, met elkander, in het Dal, daar
william zyne eerste opvoeding genooten had, langen tyd gelukkig. - Uit de opgave van den korten inhoud van deezen Roman zullen onze Leezers geredelyk ontwaaren, dat het doorbladeren van denzelven hen een vermakelyk en nuttig onderhoud, in een oogenblik van uitspanning, zal verschaffen.