De Regten van den Mensch en Burger, en de Pligten daar uit voortvloeijende, voor de Vaderlandsche Jeugd. Opgedragen aan de Nederlandsche Maatschappy: Tot not van 't algemeen. Te Leyden, by D. du Mortier en Zoon, 1795. In 8vo. 46 bl.
Patriotsche Catechismus der Zedenleere, voor de Burgeren van het Bataafsch Gemeenebest. Door Wabe Kamp. Te Amsterdam, by Wessing en van der Hey, 1795. In 8vo. 135 bl.
Wy voegen deeze beide Stukjes by elkander, om dat ze tot elkander in een zeer naauw verband staan, en het zelfde onderwerp betreffen. Hetzelve is van zo veel gewicht, dat de schranderste Wysgeeren, onder onze en andere Natien, zich byzonder bevlytigd hebben, om het voor hunne Tydgenooten uit te werken, en het niet beneden hunne waardye gerekend hebben, hun gesleepen en dooroefend vernuft daar aan te besteeden. Maar hunne welgeschreeven Verhandelingen gaan veelal de bevatting van mingeoefenden, en vooral van Kinderen, te boven. Geenen hebben echter in dit gewichtig stuk alzins nodig, en deezen kunnen niet te vroeg een juist denkbeeld daar van ontvangen; derhalven verdienen de twee kundige Schryvers der hier aangekondigde Stukken allen dank, dat zy zich verleedigd hebben, om dit zo belangryk onderwerp zo bevatlyk, als de natuur van hetzelve toelaat, voor den gemeenen Burger en zyne Kinderen te maaken; meer geoefenden zelfs zullen hier en daar nog wel iets aantreffen, dat hunne aandacht niet onwaardig zal bevonden worden. Wy hebben ter aanpryzing van deeze beide Stukjes niets meer nodig te zeggen, dan dat wy hartelyk wenschen, dat dezelven en School en Huisboekjes mogen worden, die veel geleezen, meer bestudeerd, en in 't gemeen burgerlyk en huishoudelyk leeven dagelyks zullen gebruikt en geraadpleegd worden.