en, op denzelven gezeten, hoorde hy den eisch van claudius, en de Verdeediging van numitorius, den Oom van virginia, en haarer verdere bloedverwanten, en wees de Maagd, uit hoofde van de afweezigheid van virginius, haaren Vader, by voorbaat, aan haaren gewaanden Meester toe; deeze toewyzing gemor onder het Volk veroorzaakende, en icilius daar op toeschietende, om virginia, die zyne verloofde bruid was, te verlossen, durfde appius zyn oogmerk, voor dien tyd, niet verder doorzetten; en gaf haar dus, zynes ondanks, ter bewaaring aan numitorius, onder beding, dat virginius zyn regt des anderen daags, in persoon, moest komen beweeren. Ondertusschen gaf de Tyran last virginius gevangen te zetten, om dus zyne komst te beletten; doch hierin werd hy voorgekomen door den Zoon van numitorius, en den Broeder van icilius, en virginius kreeg verlof van den Bevelhebber, om naar Rome te gaan, en verscheen dus ten gestelden tyde, ter verschrikking en spyt van appius, met zyn Dogter, op de Markt; doch, doof voor alles, wat van de zyde van virginius werd ingebragt, wees appius, onder voorwendzel, dat by als Voogd van claudius, de Onechtheid van virginia reeds lang geweeten had, haar aan denzelven toe. Virginius, door dit Vonnis vertwyffeld, verzoekt zyne Dogter voor 't laatst te omhelzen, en drukt haar een slagtersmes in het hart. Op dit yslyk schouwspel, ontstond 'er een hevig oproer, en appius was, na eenigen vergeefschen tegenstand, genoodzaakt te vluchten. - Zo verre loopt de draad der Geschiedenis, (voor zo veel het Toneelstuk voorhanden betreft,) welke wy onzen Leezeren eenigzins breedvoerig
wilden voorleggen, om hen te doen zien, wat heerschzugt en dwinglandye niet al onderneemen durven, welke doodelyke gevolgen daar uit kunnen voortkomen, en hoe zy eindelyk, ten hoogsten top gestegen, haaren eigenen ondergang bewerken.
Wat nu de behandeling derzelve in dit Treurspel betreft. de Schryver, die uit de Ondertekening van de Opdragt blykt te zyn de Burger p.j. winter tromp, heeft in dit Stuk het weezenlyke der Gebeuttenis zeer wel bewaard, en, in de schakeering der Toneelen en der Samenspraaken, de waarschynlykheid nergens uit het oog verlooren; de eenigste weezenlyke veranderingen, of liever afwykingen, van de waare Gebeurtenis, die wy aantreffen, zyn deeze; dat siccius, die reeds een onder de Wapenen oud geworden, en een met wonden getekende Grysaart was, hier voorkomt als een Jongeling, ten minsten als de verloofde minnaar van numitoria, Dogter van den Oom van virginia, numitorius, en dat siccius hier nog ten Toneele gevoerd word, om aldaar, na de omhelzingen van het geliefd voorwerp zyner Min, den laatsten adem uit te blaazen; daar het uit de Geschiedenis zeker is, dat by in de bergengte van het Land der Sabynen, in welke hy, door