Eenige Liederen van Jodocus van Lodensteyn, behoudens den zin, in Taal en Schrystrant, tot aangenamer en nuttiger gebruik, veranderd en op nieuws uitgegeven. Te Utrecht, by W. van Yzerworst, 1795. In 8vo, 104 bl.
Vader van lodensteyn's Liederen en kamphuyzen's Stichtelyke Rymen, benevens eenige weinige andere soortgelyke Opstellen, dienden voormaals tot Leesboeken, welke men in zeer veele Godsdienstige Huisgezinnen aantrof. Thans zyn zy genoegzaam geheel ter zyde geschoven. Verscheiden oorzaaken hebben daartoe zamengewerkt. Of men onder deeze oorzaaken niet moge tellen het verval van uitwendige Godsdienstigheid, of, veelligt, een nog erger verval, willen wy niet bepaalen. Zekerlyk moet onder die oorzaaken mede gerekend worden de tegenwoordige meerdere beschaafdheid en zuiverheid der Taale; welke ten gevolge heeft, dat de spelling van vroegere dagen in ons oog misstaat, en de smaak walgt van veele verouderde uitdrukkingen. Doch dat de Opstellen, by de Voorouders in waarde gehouden, daarom alleen, indien zy anders goede zaaken bevatten, moeten verworpen worden, is een stap, welken wy niet kunnen goedkeuren. Met genoegen leezen wy verscheiden Geestlyke Gezangen van hedendaagsche Dichteren; in verscheiden opzigten verdienen zy den voorrang boven die van voorgaande tyden. Met dit alles, wanneer wy letten op de oogmerken van deeze soort van Opstellen, een van welke, ongetwyfeld, is, de ziel met heilige beweegingen en godvrugtige aandoeningen te vervullen, dan hellen wy over tot het gevoelen, dat door het gebruik van de Ouden, dikmaals beter dan dat der Hedendaagschen, dit oogmerk kan bereikt worden. De eersten schreeven onder den invloed van hun gevoel, en volgden des-