alle poogingen aan, indien 'er ergens eenige twist of tweedragt, haat of toorn, ontstaan is, om die te stillen, om de rust en vrede te herstellen, om het geluk van zynen evenmensch, en het heil, de voorspoed, der Maatschappy, waarvan hy een der waardigste Leden is, te bevorderen. - In zyn eigen boezem huisvesten nimmer haat of nyd; maar, in tegendeel, liefde en goedheid. - Gelukkig - ja driewerf gelukkig, zulk een mensch, wiens hart en borst vervuld is met zulke edelmoedige grondbeginzelen! - Gelukkig zulk een Land - gelukkig die Maatschappy, in welke men veel zulke Leden aantreft. - Ieder streeve dierhalven daar na, om zulk een karakter te verkrygen, en zich den eernaam waardig te maken van een braaf, eerlyk en deugdzaam, mensch te weezen.
Geene rust of vrede in de Maatschappy kan van duur zyn, wanneer de rechtvaardigheid en trouw in dezelve word veronagtzaamd. - De rust en vrede verschaffen der Maatschappy het grootste heil, den grootsten bloel; want waar geen rust en vrede is, daar heeft verwarring en wanorde plaats, en waar die gevonden word, daar gaat een Gemeenebest te gronde. - De rust en vrede is gegrond op de rechtvaardigheid en trouw. Waar de trouw geschonden, de rechtvaardigheid vertreeden, word, daar ziet men de banden van vrede en rust verscheuren, en alom de grootste wanorde heerschen.
De loffelykste poogingen, welke van eenen sterveling hier op aarde kunnen aangewend worden, zyn de zulke, die strekken om zich zelven en anderen te verbeteren. - De gansche Maatschappy, wy allen, het zy wy hoog of laag in rang zyn, het zy wy ryk of behoeftig, schrander of stomp van vernuft, zyn, in wat staat geplaatst, of in welke omstandigheden wy ons mogen bevinden, wy allen hebben de grootste, de duurste, verpligting aan menschen, wier edele toeleg is, nuttige Leden voor de Maatschappy te maken; en dat kan nooit beter geschieden, dan door alle zyne poogingen aan te wenden, om zyn eigen gebreken en die van anderen te verbeteren. - De deugdzamen zyn de steunpilaren waarop het gebouw eener Maatschappy zeker rust. - Wie altoos zyne eigen belangen boven die van het algemeen stelt, is een zeer schadelyk Lid in de zamenleeving. - Hy, die langs wegen, 't zy van regt of onregt, altoos zyn eigen voordeel op 't oog heeft, is nog veel verderfelyker voor de Maatschappy. - Dan hy, die, zonder gevoel, zonder klopping van zyn geweten, de deugdzaamste Leden vervolgt, en hen allerlei nadeel zoekt aan te brengen, ten einde op der zulker verderf zyn eigen grootheid te bouwen, zulk een is volstrekt een pest voor den Staat; terwyl hy de hand leent, om de Maatschappy te helpen verwoesten, waarvan hy zelve een Lid is. - Welk eene ongehoorde uitzinnigheid! - o Horridum facinus!!
C. v.d. G.