beschouwenden geest over de voorwerpen hunner bespiegeling verspreidende, in stede van ons te leeren, hoe het Geluk kan verkreegen worden, ons, in zeker voege, tot Wanhoop dreeven.
In 't kort, ten aanziene van dit groot en allerbelangrykst Onderwerp, heeft de Wysbegeerte ons, tot hier toe, weinig lessen medegedeeld, en is het, uit dien hoofde, geenzins te verwonderen, dat de weinig onderweezene Menigte, overgelaaten aan de heerschappy van grillige verbeelding, of de blinde aandrift van prikkelenden lust, zo dikwyls in het net der dwaalingen zich verward vonden, en in hunne omhelzing een schaduw, in stede van het beeld, aangreepen.
De verregaande Onoplettenheid en Agtloosheid der Menschen, ten deezen opzigte, moet den eenigzins opmerkenden Beschouwer treffen; en kan hy niet naalaaten zich te verwonderen, als hy rondsom zich heen ziet, en niemand, om zo te spreeken, ontdekt, zoekende na 't geen elk een zo greetig tragt te verkrygen. De Gierigaart, die alles stelt in het verkrygen van schatten, leert, op welk eene wyze hy best geld op geld kan stapelen: de Held, die na krygsroem dingt, bevlytigt zich om de kunst des bloedigen Oorlogs zich eigen te maaken. Elke Kunst, elke Weetenschap, heeft haare byzondere geheimen, zonder welke aan te wenden, niemand denkt de eer, daar aan vast, te kunnen verwerven: ja, het handwerktuiglykste Beroep gaat gepaard met naarstige bevlytiging; en elk zoekt te verkrygen, wat weezenlyk kan strekken ter bereikinge van zyn geliefd oogemerk; maar Geluk alleen, de algemeene wensch en begeerte van allen, schynt door allen aan 't geval te worden overgelaaten; of aangezien te worden als een toevoegzel by het voorwerp van elks najaaging, 't geen ongevergd zal komen, wanneer men dat voorwerp verkreegen heeft.
Hebben wy ons dan zeer te verwonderen, dat kwelling en te onvredenheid zo dikwyls de gezellinnen zyn des Voorspoeds; of dat Menschen, die elk voorwerp, 't welk zy betuigden na te jaagen, schynen verkreegen te hebben, nogthans zo verre zich verwyderd vinden van Geluk? Moet het ons niet veeleer bevreemden, indien het anders met de zaak gelegen ware; indien Geluk, het gewigtigste voorwerp onzes Leevens, kon verkreegen worden zonder die Overdenking, dat Natragten, 't welk bykans elke andere zaak vordert?