Sacrament, juist op 't oogenblik dat een Soldaat vyfhonderd slagen, wegens dronkenschap, stondt te ontvangen: hy gaf zyn ongenoegen te kennen, dat een Soldaat zo schandelyk zou vernederd worden. Hy vervoegde zich by den Bevelvoerenden Officier, en vroeg, ‘wat misdaad die Soldaat begaan hadt?’ De Officier, hier over niet verkiezende gevraagd te worden, beval een der zynen Zilver Hiel weg te zenden, en hem te onderrigten, dat het gezelschap van Indiaanen by zulke gelegenheden niet aangenaam was. ‘Wa! wa!’ of Och! och! hervatte de Wilde, ‘doch waarom zal hy geslaagen worden?’ - ‘Om dat hy dronken geweest is,’ antwoordde de Soldaat. - ‘Is dat alles,’ zeide Zilver Hiel, ‘bezorg u dan een ander Opperhoofd, en straf deezen; want hy drinkt zich tweemaal daags dronken.’ Dit gezegd hebbende, verliet hy ylings het Fort, in 't heen gaan tegen den Soldaat zeggende, dat hy schielyk zou wederkomen, om de beöogde strafoefening te voorkomen. Korten tyd naa dat de Misdaadiger was vastgebonden, en men order verwagtte om met het straffen voort te gaan, keerde Zilver Hiel weder, tradt na den Officier met zyn Tomahawk en Harssenpanmes; zeggende: ‘Zyt gy een Krygsman? of denkt gy 'er een te weezen? Indien gy braaf zyt, zult gy niet toelaaten dat uw Manschap deezen Soldaat slaat, terwyl ik in het Fort ben. Hoor myn raad, spaar een Engelschman, die morgen noodig kan weezen om een vyand tegenstand te bieden!’ - De Officier, zich omkeerende, antwoordde, met een versmaadend gelaad, ‘dat de Soldaat overtreeden hadt, en geslaagen moest worden.’ - ‘'t Is goed,’ sprak daarop Zilver Hiel, ‘laat hem dan geslaagen worden: wy zullen wel haast zien, of gy zulk een dapper Krygsman zyt als een
Indiaan!’
Twee dagen daar naa reedt de Officier op een afstand van het Fort, en Zilver Hiel lag op den grond, voorover uitgestrekt volgens zyne gewoonte als hy een vyand wilde verrassen. De Officier ging hem voorby, zonder hem te bemerken, dan hy sprong schielyk te voorschyn, vatte het paard by den toom, en vorderde dat de Officier zou asstygen, en met hem vegten. Deeze, het niet geraaden vindende zyn leeven tegen een Indiaan te waagen, weigerde af te komen, en tragtte zyn paard de spooren te geeven. Zilver Hiel, dit bemerkende, trof het paard met zyn Tomahawk, het stortte neder, en de Officier kwam onverzeerd op den grond. ‘Nu,’ sprak Zilver Hiel, ‘staan wy gelyk, en, daar gy een paar pistoolen hebt en een zwaard, kunt gy 'er niets tegen hebben om met my een vegtparty te waagen.’ De Officier dit steeds weigerende, voerde Zilver Hiel hein te gemoet, ‘dat hy zich voor een Krygsheld hieldt, toén hy bevel gaf om een zyner Blanke Slaaven te laaten slaan, wegens het overtreeden van een Krygswet; maar dat hy zeker nu het character moest vergeeten