dingen der Werkwoorden, als de betekenissen van derzelver onderscheidene buigingen, zich gemaklyk laaten aanwyzen. Lof verdient, derhalven, onze Schryver, voor zyne klaare en vry uitvoerige ontvouwing van deezen leertrant. Daar de Grieksche taal, om haare eigene fraaiheid, en om dat de kennis van dezelve den weg tot veele kundigheden baant, ten aanzien van derzelver beoefening, alle aanmoediging verdient, hoopen wy dat veele Onderwyzers zich zullen opgewekt gevoelen, om, ten beste der hun toevertrouwde Jeugd, het van ouds betreeden spoor te verlaaten, en alzo het hunne toebrengen, om de waare Geleerdheid, van welke de kennis der Grieksche taale een voornaame tak is, uit haaren tegenwoordigen staat van sluimeringe te doen ontwaaken. Voor
het tegenwoordige bepaalt zich onze Schryver alleen tot de Werkwoorden; terwyl hy eenige hoop geeft, indien zyn Boekje ten gebruike der Schoolen worde ingevoerd, in 't vervolg, de regels der Analogie, met opzigt tot de Zelfstandige Naamwoorden, te zullen ontvouwen.