Lazarus, voor Lydenden. Uit het Hoogduitsch van J.L. Ewald.Te Utrecht by de Wed. S. de Waal en Zoon, 1791. In gr. 8vo. 147 bl.
De Schryver, opgemerkt hebbende, dat men veel voor Lydenden, maar zeer weinig van Lydenden geschreven heeft, bepaalde zich ter beschouwing van lazarus, en tot alles wat aanleiding gaf tot deszelfs Geschiedenis. Zyn Geschrift is zo min een Commentarius, als eene Zedekundige Verhandeling, over dat onderwerp; hebbende hy daar in alles geplaatst, wat zyn verstand en hart hem, by die beschouwing, heeft opgegeeven; en de denkbeelden, die dezelve in hem verwekten, of de gewaarwordingen, die zy levendig maakten. Daar hy een geheel byzonderen weg, ter vertroosting van Lydenden, voor zich gekozen heeft, durven wy ons, uit het geheel beloop van dit Stukje, vleien, dat het by zommigen van byzonder nut zal zyn, die 'er dikmaals de taal eenes Lydenden tot zynen lydenden Medgezel in ontmoeten zullen.