De Gouden Bruiloft van Klorisen Roosjen.Blyspel, met Zang-Door G. Brender A Brandis.Te Amsterdam by A. v.d. Kroe en A. Capel, 1791. In octavo, 128 bladz.
Het kan den Liefhebberen van het Tooneel, die de Bruiloft van Kloris en Roosjen meermaals met vermaak zagen vertoonen, niet vreemd doen, dat de Heer brender à brandis eens op de gedagten gevallen zy, om de Gouden Bruiloft van dat Paar te vieren: en men zal, vertrouwen we, te over reden vinden, om dit Stukje, door hem daar toe betrekkelyk vervaardigd, met genoegen te ontvangen. Naar de inrigting van het zelve, is de dag van dit Bruiloftsseest voor Neeltje, (eene Kleindogter van Kloris en Roosje,) buiten andere betrekkingen, een dag van byzonder gewigt; om dat op denzelven beslist staat te worden, haar Huwelykslot met haaren beminden Krelis; die als soldaat geronsseld is, van wien men zedert taal noch teken vernomen heeft, en van wiens dood reeds een gerugt verspreid is, of met zekeren Molenaar Teeuwis, dien haare Stiefmoeder haar ten sterkste wilde opdringen. Het gebruik, dat de Heer à brandis van dit voorval, (te omslagtig om het hier te ontvouwen,) maakt, geeft eene groote verscheidenheid van Tooneelen aan de hand, en doet verschillende Characters, met eene rykheid van overleggingen en werkzaamheden, hervoort komen, waarvan hy zich in deezen op eene vrugtbaare wyze bedient. De uitslag is, dat Krelis zig met Neeltje verbinde, en