| |
Verhandeling over de Scorbutus, voor zeevaarenden.
Aan de Heeren Schryveren van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
myne heeren!
Ofschoon 'er veel geschreeven is over de Scorbutus door Mannen van kunde, kan ik egter niet nalaaten, myne gedagten ook mede te deelen. Mogten dezelve, in uw geacht Maandwerk geplaatst, waarlyk strekken ten nutte van hun, die de Zee bevaaren, zoo zal het my tot genoegen zyn, iets ten nutte myner medemenschen medegewerkt te hebben. In deeze streelende hoop, noem ik my
UWE. D.W. Dienaar,
a.j.v. roen.
Rotterdam.
1792.
Dat de Scorbutus aan scheepsboord eene der heerschende Ziekten is, en dat veele ziekten van een anderen aart met dezelve gepaard gaan, ondervind men niet dan al te veel. Ziet de Scheeps-Bevelhebber zich niet dikwyls bekommerd in 't verrigten van het werk, ja, geheel hulpeloos? Immers de woede van zodanig eene ziekte te ondermynt gezondheid en leven van hun, die geen kunde hebben, zich van voorbehoedende of vereischte hulpmiddelen te bedienen.
Het is dus noodzakelyk, om die ongelukkigen, wanneer zy op plaatsen zwerven, waar zy zich niet kun- | |
| |
nen bedienen van een deskundigen, om hun, door een verstaanbaare reden, een klaar denkbeeld te geeven van den waaren aart deezer ziekte, derzelver gevolgen, en, wanneer zy gevreesd word, van voorbehoedende middelen; en, reeds plaats hebbende, hoe men ze door eene zeer eenvoudige Cuur zoude kunnen voorkomen en geneezen.
Om dan hieraan noodzakelyke hulp te verschaffen, biede ik het volgende den Zeeman aan.
De Scorbutus, of Scheurbuik, is een eigenaartig bederf der vogten, en wel van 't bloed zelve; het weiagtige is verdikt en verslymt, en 't roode gedeelte ontbonden, en zeer dun. Daar het bloed, in den gezonden staat, een Hoofdstof is, waarvan alle andere vogten worden afgescheiden, en waarvan 't geheele lichaam zyne voeding ontvangt: welke vogten dan worden van zulk een slegten bloedstaat afgescheiden, en welk voedsel krygen de deelen van het zelve? Immers, de vogten en het voedsel zyn beide ontaart en scherp; onbekwaam om de gezondheid der vaste deelen te kunnen onderhouden, en hebben daarom die toevallen ten gevolge, waarvan ik 'er eenige zal bybrengen.
De Matroos, voorheen vlug en vrolyk, bekwaam om alles aan boord met dien spoed te verrigten, welke zulk werk zomtyds vereischt, is nu traag, vadsig en doet niets dan met ongenoegen. Andere verschuilen zich in hoeken en gaten, uit vrees van aangespoord te zullen worden tot werken, en zyn alleen geneigd tot zitten of leggen. Hun wagt opgezet zynde, vinden zy zich minder in staat dezelve waar te neemen, dan zy waren na het aflossen van hunne voorige, als zynde meer afgemat door de rust dan door het werken; vervolgens zwelt het tandvleesch, en word ligtbloedend; ze zyn dommelig in 't hoofd, en hebben een drukkende pyn in het zelve; zoo ook in de armen en beenen, welke laatste dikwyls aderspattig worden, en, openbreekende, zweeren voortbrengen; 'er ontstaan vervolgens bloedstortingen, voornamelyk bloedspuuwingen en neusbloedingen; ook kunnen verders uit alle afscheidingswegen bloedstortingen gebooren worden; de maag, die, door haare geringe werking, een gebrekkige spysverteering heeft, veroorzaakt benaauwdheden, enz. voorts verstyven de gewrigten; het gantsche lichaam word loodkleurig, en ten laatsten sterft de Lyder door flaauwten, of door een of ander toeval; ja door veele en byzondere toevallen eindigen zulke Lyders dikwyls hun leven.
De oorzaak van alle deeze toevallen kan duidelyk uit
| |
| |
de Physiologia verklaard worden. Het is een zeker bewys, dat vlugge en vrolyke menschen een goeden omloop van 't bloed hebben, en by deezen heeft dus ook eene goede werking van 't levens-vermogen plaats. By traagen en vadsigen zyn de bovengenoemde werkingen gebrekkig; en wyl deeze door rust meer, dan door het werken, afgemat worden, is dit een teken, dat het bloed by hun niet regelmaatig circuleert. Niemand immers ontkent, dat de lichaams-beweegingen deezen omloop veel helpen bevorderen; de omloop dus door het werken vermeerderd wordende, kunnen die verdikte stoffen gereeder door de vaten passeeren, daar integendeel door de rust alle lichaams-beweegingen verminderd worden; de verdikte stoffe pakt zich dan op een, en wel voornamelyk in de gewrigten, waardoor men ook somtyds ziet, dat zy, ontwaakende, niet in staat zyn, door de styfheid der geledingen, de hand te kunnen sluiten, in welke dan ook pyn gebooren word. - Het ligt bloeden en zwellen van het tandvleesch, 't welk uit veele door elkâar gerolde vaatjes bestaat; wyl het verslapte veselgestel zich nu gereed uitzet, doorknaagt het dunne en scherpe bloed den binnensten rok der tedere vaatjes, en veroorzaakt, zelfs op de geringste aanraaking, een ligte bloeding. - Dommelige en drukkende pyn in 't hoofd; 't mergagtige gedeelte der herssenen bestaat meest uit weivaatjes; deeze nu met die verdikte stoffe bezwangerd zynde, moet 'er volstrekt eene drukking, en uit dezelve dommeligheid en pyn, gebooren worden. - Spatten en oploopende bobbels op de beenen; de omloop hier het traagste zynde, kan de in 't lichaam gevormde kwaade stoffe, door de wet van zwaarte,
gereeder naar beneden dan naar boven gevoerd worden, en uit het dun en scherp bloed, gepaard met die kwaade stoffe, kunnen dan gemakkelyk Aderbreuken ontstaan (deeze ziet men 't meest by hun, die zich in hoeken en gaten verschuilen); ja zelfs door het minste uiterlyk geweld worden 'er blaauwe vlakken gebooren, welke nergens anders uit voortkomen, dan wyl de vaten niet in staat zyn, eenig uiterlyk geweld te weêrstaan; zy bersten, storten het bloed in 't celleweefzel uit, en veroorzaaken dus eene uitvaating. - Bloedstortingen, voornaamelyk uit de longen; deeze zyn mede haaren oor sprong verschuldigd aan den kwaaden aart van 't bloed, 't welk, de vaaten der long doorknaagende, bloedspuuwingen verwekt, ja dikwyls eene ongeneeslyke Teering ten
| |
| |
gevolge heeft. Deeze is ook mede de oorzaak der verdere bloedstortingen. - Wy weeten, dat de maag veel bloed noodig heeft tot de verteering der spyzen, om door haare warmte de kooking te bevorderen; zulk eene slegte bloedstaat nu kan geene vereischte warmte aanbrengen; hier uit eene gebrekkige spysbereiding, verstoppingen van het Maag- en Alvleesch-sap, van de Lever- en Galblaas-gal, eindelyk benaauwdheden, enz. - Verstyving der gewrigten; in de holten der geledingen word een zagt glibberig vogt afgescheiden, om ze te gemakkelyker te doen beweegen; die stoffe nu verdikt zynde, moeten ze noodwendig minder beweeglyk worden, ja, na eene langduurige rust, geheel verstyven; ook gebeurt het dikwyls, dat 'er van dit vogt gezwellen in de gewrigten geformeerd worden. - Eindelyk bereikt deeze ziekte zyn hoogsten trap; 't geheele lichaam neemt eene loodkleurige gedaante aan, zynde het gevolg van de uitvaating, en de Lyder eindigt door een of ander toeval zyn ongelukkig leven.
De oorzaaken deezer ziekte zyn menigvuldig. Ik zal dezelve afleiden van de gesteldheden der lichaamen, en de bykomende omstandigheden; als zynde, naar myn inzien, het gemakkelykst te verstaan.
De Gesteldheden zyn: 1. Een door armoede uitgemergeld lichaam, waar uit dus ook een arm vogtgestel gebooren word. 2. Een lichaam, verzwakt door het misbruik der Wellust. 8. Een zwak kwaadsappig lichaam. En eindelyk 4. Wanneer men naauwlyks uit eene voorafgegaane ziekte hersteld, of aan landziekte onderhevig is.
De Omstandigheden zyn: 1. Het aanhoudend gebruik van slegt voedsel, b.v. oude gerookte of gezoutene spyzen, oude meelspyzen, bedorven water, enz. Alle plantgewassen hebben een byzondere kragt in zich tegens het bederf der vogten, daar integendeel gezoutene of bedorve voedsels meerder bederving veroorzaaken. 2. Het misbruik van sterke dranken. 3. Eene ongewoone levensmanier; wanneer men zich uit een drooge landstreek ter Zee begeeft in een ziltigen en vogtigen dampkring. En eindelyk 4. Eene ongewoone maat van koude en hitte.
Dat de koude en hitte voornaame oorzaaken van de Scorbutus zyn, leert de ondervinding. - Worden niet, door de koude, de vaste deelen meer en meer t'zamen getrokken, en de vloeibaare dikker gemaakt; en word de circulatie hier niet ten deele door gestremd? Is daarentegen de koude
| |
| |
niet te hevig, te weeten zodanig, dat de verdikte stoffe nog door de vaten kan omloopen, dan zal 'er ook geen Scheurbuik gebooren worden; maar wanneer ze te hevig is, vermeestert ze de Natuur, en de Scheurbuik is 'er het zekere gevolg van. De zodanigen vervallen dikwyls in een diepen slaap, om nimmer te ontwaaken.
De hitte verzwakt de vaste deelen, en door de sterke en veelvuldige uitwaassemingen worden te gelyk veele dunne vogten afgescheiden; het verdikte blyft te rug, en 'er ontstaat een Scorbutus.
De voorbehoeding van deeze ziekte hangt veelal af van den Scheeps-Bevelhebber zelven; hy immers is doorgaans de verzorger der Victualie en andere Scheepsbehoeften; het staat aan hem, of hy deeze goed dan slegt wil bezorgen; en daar de beweeging het grootste voorbehoedmiddel is, heeft hy magt, dezelve te ordonneeren.
Zo dra Dezelve nu merkt, dat de Matroosen hunne gewoone vlugheid gedeeltelyk verlooren hebben, moet hy hun veel beweeging laaten neemen, en vooral niet lang laaten slaapen; het koud bad is hun zeer voordeelig. Niet minder nuttig is het, wanneer de Matroos 's morgens zyn gewoon rantsoentje ontfangt, dat hy het zelve versterkt met een aan wal daar toe vervaardigde Pap (deeze bereid men uit eene maatige hoeveelheid Peruviaanschen bast, Cascarilla, Engel, en Peperwortel, waar by men nog een gedeelte Engelsch Mostert-zaad kan voegen, te zamen getrokken op een paar Keldervlessen Brandewyn), en met dit aftreksel kan men veilig continueeren.
De oorzaaken nu en de toevallen deezer ziekte aangetoond hebbende, zal ik tot deszelfs geneeswyze overgaan. Een slegte bloedstaat vordert geene andere dan bloedverbeterende middelen, gepaard met de bovengenoemde aanwyzingen. Ik verkies hier de middelen uit het Delfryk, wyl die uit het Plantenryk wel temperen, maar doorgaans te gelyk ook het vesel-gestel verzwakken, 't welk in deeze ziekte reeds te veel verzwakt is.
Dezulken dan, die hunne voorige vlugheid verlooren, en de bovengenoemde voorbehoedende middelen gebruikt hebben, egter in de Scheurbuik vervallen, geeft men een drank, bestaande uit één pint Gortwater, 2 of ¾ loods Geest van Koperrood, en zo veel Zuiker als genoeg is; hier van laat men alle uur een thee-kop gebruiken.
| |
| |
Hun gewoone drank moet bestaan uit water, azyn, een gedeelte Geest van Koperrood en Zuiker. De Zuiker, een zeer goed tegenscheurbuikig middel zynde, moet men daarom veel laaten gebruiken.
De Mout en Hop, waar mede veele Schepen voorzien zyn, zyn ook zeer geschikte middelen in deeze ziekte; en zyn van vry veel nut, wanneer men van ieder één handvol met een gelyk gedeelte Zuiker op één putse water in de Zon laat gisten, en dan, zo gistende, 4 à 5 glaasjes 's daags 'er van laat drinken.
De Zuurkool is mede een der beste tegenscheurbuikige middelen; en het is waarschynlyk de reden, waarom de vermaarde cook op zyne reizen geene Manschappen aan deeze ziekte verlooren heeft, wyl hy zich 't meest voorzien had van Zuurkool en Ryst.
Alle Landen hebben haare tegenscheurbuikige middelen. Om maar alleen van Groenland te spreeken, een landstreek, die zo zeer geschikt is ter voortbrenging van de Scheurbuik; wanneer een Bevelhebber genoodzaakt is zyn volk daar aan land te zetten, kan hy geen heilzaamer voorzorg neemen, dan sterke en aanhoudende lichaams-beweegingen, op de Beerejagt te gaan, en, na deeze Dieren gedood te hebben, het noch heet en gistend bloed 'er van te laaten drinken, en dan weder sterke beweeging te maaken.
Eindelyk, geen Bevelhebber behoeft bekommerd te zyn, by het aanlanden in ongezonde oorden, het volk, aan de Scheurbuik laboreerende, aan land te zetten; in tegendeel is het zeer goed, mits hy maar zorg draage, dat zy veele en rype vrugten gebruiken.
Zie daar eene Verhandeling, alleen geschikt voor Zeevaarenden, en, naar myn inzien, verstaanbaar genoeg, om van dezelve een goed gebruik te kunnen maaken, naardien de Cuur, hoe eenvoudig ook, door ondervinding geschraagd is. Ik hoope maar, dat myne moeite niet onnut zal geweest zyn. |
|