Twee Brieven aan den Hertog van Brunswyk, over zyn zogenaamd Manifest tegen Frankryk, enz. door den Schryver van den Brief aan den Koning van Pruissen, gedagtekend den zesden van Oogstmaand 1792. Uit het Fransch vertaald. Tweede Druk. Te Haarlem by J. Tetmans. In gr. 8vo. 29 bl.
Dc ongenoemde Schryver deezer twee opgemelde Brieven doet zich zelven voor als een Man, die een groot gedeelte van zyn leeven in den Krygsdienst, op reizen, en voornaamlyk in de Noordsche Staaten, gesleeten heeft; die de Vorsten, de Grooten, en de Staatsdienaars, welke de voornaamste rollen in die Gewesten gespeeld hebben, en nog speelen, ten vollen kent; die noch Duitscher, noch Franschman, noch Demokraat, noch Aristocraat is; die, vreemd van allen Partyschap, de zaaken zonder drift beschouwt, en, bedaard in 't midden der Stormen, alles in koelen moede, en zonder bewimpeling, onderzoekt.
Hy kan het Manifest tegen Frankryk niet aanmerken als daadlyk van den Hertog van Brunswyk komende, of hoe het mogelyk is dat de Emigranten de Vorsten en zyne Doorlugtige Hoogheid hebben kunnen misleiden, om zich in de zaak van Frankryk te steeken. Hy schetst hem de bezwaarlykheden af om zyne Legerbenden na Parys te brengen, of die Hoofdstad te bemagtigen; of, zo hem dit gelukte, eene Tegen-omwenteling te bewerken.
In den tweeden Brief, geeft de Schryver een verhaal van het gebeurde op den 10 van Augustus, 't geen in verscheide opzigten van anderen verschilt, en schryft hy het gebeurde ten dien schriklyken dage toe aan het Manifest des Hertogs, en het Byvoegzel op het zelve.
Hy maant den Hertog aan, as te zien van het doorzetten der aangevangene zaak. Vuurig is zyn schrystrant: om 'er een staal van te geeven, en tevens zyne denkwyze te doen kennen, zullen wy alleen het slot des laatsten Briefs mededeelen: ‘Open uwe oogen Doorlugtig Vorst! en open de oogen der Despoten, welken gy dient. - De Beschermgeest der Natien bestiert de Staats-omwenteling, welke te Parys volbragt is. De geest der Geregtigheid zal niet toelaaten, dat geheele Natien door een hand vol dwinglanden, ongestraft, onderdrukt worden; hy wil over de misdaaden der Grooten wraak neemen; hy wil alle de geenen, welke zich, in het toekomende, zouden laaten bekooren, om hunne voetstap-