Antwoord op de Vraage, of het leezen van Predikatiën, in de publieke Kerken, vooral ten platte lande, invloed hebbe op de waarneeming van de openbaare Godsdienst, en of het zelve de waarneeming der Godsdienst nadeelig, dan voordeelig zy; voorgeleezen in een Gezelschap van Godsdienst Vrienden, onder de Zinspreuk: A Jove principium. Te Alkmaar by H. Hartemink, 1792. 36 bl. in gr. 8vo.
Een elendig Stukje, in een slechten styl geschreeven, vol taalfouten, en niets anders bevattende, dan het geen reeds dikwyls tegen het leezen der Predikatiën, en tegen de redenen, waarmede men het zelve aangepreezen of verdedigd heeft, gezegd is. Het is opgedraagen aan het Genoodschap, ter verdediging van den Christelyken Godsdienst, in 's Hage, en in deeze opdragt maaken de Uitgeevers geene zwaarigheid te zeggen, dat zy het verval in de waarneeming van den openbaaren Godsdienst, vooral ten platten Lande, hebben zien toeneemen, ‘zints het Lezen, of voor zich leggen van de uit te spreekene Leerredenen in de publieke Kerken onder de jongere Leeraaren, byna is algemeen geworden.’ Zulke aanmerkingen, en verscheidene andere die in dit boekje voorkomen, zyn hoonende voor zulke jonge Leeraars, die in yver voor de bevordering van waaren Godsdienst aan niemand toegeeven, en die, schoon zy om billyke redenen hunne Leerredenen voor zich leggen, het grootste nut in hunne gemeenten stichten. Met hoe veel meer regt mogt men schryven, dat het verval in de waarneeming van den openbaaren Godsdienst is toegenomen, zederd dat de geheele kunde van een aantal Leeraaren heeft beginnen te bestaan in een van buiten geleerd Theologisch Systema, of Vraagenboekje; zederd dat in zeer veele gemeenten de Leeken veel kundiger zyn geworden dan hunne Leeraars; zederd dat het van tyd tot tyd, door de vermenigvuldiging der voorbeelden, bekender is geworden, hoe veel verschil 'er is tusschen de Lessen