Intree-Redenvoering, gedaan te Arnhem, den 31 Maart 1788. door Denzelfden. Te Arnhem by W.A. van Goor. In gr. 8vo. 62 bladz.
Deeze, tot hiertoe byna geheel onbekend gebleeve Redenvoering, van den, beide als Heel- en Vroedkundige, zeer beroemden Aucteur, door zyn Ed. gehouden by het aanvaarden van den post, als Anatomiae, Chirurgiae et Artis Obstetriciae Lector, in zyne Geboortestad Arnhem, welke ons ook nu eerst in handen gekomen is, bevonden wy, by het doorleezen, van dien aart te zyn, dat dezelve, naar onze gedachten, niet alleen verdiende meer bekend te worden, maar ook billyke aanspraak maaken kan, om een plaatsje zo niet boven, ten minsten naast veele andere, by plechtige gelegenheden gehoudene, Redenvoeringen te mogen beslaan.
Na dat de Redenaar in een korte schets aangetoond had, wat eigentlyk verdiensten zyn, waaruit dezelve spruiten, en wat haar doeleinde is; gaat hy tot zyn bepaald onderwerp zelve over, om zyne Toehoorders wegens de verdiensten van eenen Genees- en Heelmeester, of in het algemeen, wegens de nuttigheid, noodzaakelykheid, voortreffelykheid en luister der Genees- en Heelkunst bezig te houden. Alle deeze stukken worden vervolgens behoorlyk afgehandeld, en de tegenwerpingen door zommigen uit onkunde, door anderen uit dwaasheid, door eenigen uit boert, door anderen in waaren ernst tegen zyne stellingen aangevoerd, naar verdiensten gegispt en wederlegd. Inzonderheid betoogt de Aucteur den grooten invloed, welke de Geneeskunde heeft, ook zelf op de ziekten der ziele, door op onze temperamenten, neigingen en hartstogten te kunnen werken, zich daarby met alle recht op de bekende spreuk van den grooten Galenus beroepende: eindelyk vergelykt hy den Genees- en Heelmeester by een kundig en ervaaren Stuurman, welke by het wel bestuuren van zyn Schip, alles wat hem voor- of nadeelig zyn kan, behoorlyk in agt neemt, en daarmede zyn voordeel weet te doen. Dog wy zouden te verre uitweiden, indien wy meer van deeze Redenvoering zeggen wilden.