Leerredenen over verscheidene gewigtige Onderwerpen, nagelaaten door den Wel Eerwaarden en zeer Geleerden Heer J. Edwards, in deszelfs leeven President van het Collegië van New-Jersey. Naar den tweeden Druk uit het Engelsch vertaald. Door E. Nooteboom. Te Utrecht by W. van Yzerworst, 1791. Behalven de Voorreden, 174 bladz. In gr. octavo.
Het Hoofdonderwerp, hier in zes Leerredenen verhandeld, is, de Wysheid van God in den weg der Zaligheid door jesus christus ten toon gespreid, als verre verheven boven de Wysheid der Engelen, volgens Eph. III: 10. De Eerwaerde Edwards ontvouwt dit Stuk, naer zyn leer- en denkwyze, op een stichtelyken trant, die ter ernstiger opwekkinge kan dienen. - 's Apostels tael in den Text leert ons wel byzonder duidelyk, dat zelfs het verstand der Engelen, in dit Stuk, opheldering verkreeg door de uitkomst der zake. - ‘Toen christus,’ (gelijk zijn Eerwaerde deswegens opmerkt,) ‘Toen christus in de Waereld gekomen en gestorven was, het werk der verlossing daadlijk volbragt, en den raad van God aangaande het zelve volkomenlijk duidelijk geopenbaard had; en dienvolgens de Euangelische bedeeling ingevoerd, en de Euangelie-Kerk opgericht had; - toen verstonden de Engelen meer van de verborgenheid van 's Menschen verlossing, en van de meenigvuldige ontwerpen en raadslagen van de Godlijke Wijsheid, dan zij ooit te vooren daarvan verstaan hadden.’ - Men voege hier nevens het gezegde van Petrus, 1 Pet. I: 12, dat de Engelen begerig zyn in deze dingen in te zien; by welks aenhaling onze Leeraer zich vervolgens aldus uitlaet. - ‘'Er word niet gezegd, dat zij begeerden in dezelven in te zien, eer dat christus gekomen was; maar dat zij steeds begeeren in te zien in dezelven, naa dat zij die hebben gezien daar gesteld. Nu begrijpen zij niet zoo volkomen al de wijsheid, die daarin is te zien, maar zij houden zich beezig met het bespiegelen van, en inzien in dezelven op dat zij meer en meer daarvan zien mogen: En nimmer tot in alle eeuwigheid zullen zij dezelven doorzien hebben: Maar 'er zal in dit werk steeds een overvloed van stoffe zijn, om het verstand der Engelen beezig
te houden.’