Men vind hier, teffens, op zyn behoorlyke plaats gemeld, alles, wat door anderen van tyd tot tyd in dit vak ontdekt is, waardoor dan dit Werk het beste en volkomenste zamenstel van de leer der Zenuwen verdient genoemd te worden.
Twee Plaaten, waarvan de eerste strekt ter aanwyzing van het beloop, enz. van de onderscheidene paaren Hoofden eenige Nekzenuwen, welke wy, om voor minkundigen nuttiger te kunnen zyn, wel wat duidelyker en beter gesneden wenschten; en de andere eene Afbeelding levert van een zeer grooten Steen, welke uit den pisweg, door middel eener verzweering, ontlast is, zyn achter het Werk aangehangen. Waarby dan het geval zelve omstandig verhaald word. Deeze Steen heeft, op den derden dag, na dat hy ontlast was, het gewigt gehad van elf en een half lood en veertig greinen; en, gedroogd zynde, nog tien en anderhalfvierendeel loods.
Behalven eene zeer kundige en ter zaak dienstige Voorrede, gaat vooraf, nog een Opdragt van den Autheur aan zyn Ed. Zoon, den Hooggeleerden Heer gadso coopmans, wiens naam, door zyne geleerdheid, reeds voor lang, met roem bekend is; hierin laat onze Schryver, de tedere aandoeningen van zyne recht vaderlyke genegenheid ten sterksten blyken, en niemand, die van zodanig een gevoel niet geheel ontbloot is, zal kunnen nalaaten, hem, de vervulling van zynen daarin gedaanen wensch, van harten te gunnen.
Voor het overige heeft dit Werk onze aanpryzing niet nodig, daar het zelve van dien aart is, dat niet alleen ons Vaderland, maar de geleerde Waereld in 't gemeen, daarvan een allernuttigst gebruik kan, en ongetwyfeld ook zal, maaken.