heden raadt hy zynen Vriend Wettenau, (dien hy al vroeger verleid, en in deeze en geene
zyner euveldaden medegesleept had,) om zyne mislukte onderneeming op Emilie voorzigtig te hervatten; in hoope, dat Wettenau, het bedoelde oogmerk bereikende, hem ook eenig gedeelte van den verkreegen buit zou doen erlangen. Wettenau, hier mede ingenoomen, onderneemt zulks; maar, op zyn ommegang met Emilie, wordt hy door haar deugdzaam character dermaate getroffen, dat hy tot inkeer kome; hy verfoeit daarop het gesmeede ontwerpt; maakt het zelf aan Emilie bekend, betuigt zyn berouw, verklaart haar de zuiverheid zyner liefde, en brengt het zo verre, dat hy Emilie, (die zyn gedrag omzigtig toetst,) van de opregtheid zyner bekeeringe overtuige. Dit heeft ten gevolge, dat hy haar eindelyk overhaale, om hem haar hart en hand te schenken, waarop zy een huwelyk aangaan, dat ter bevorderinge van hun wederzyds geluk strekt. - Middelerwyl was Hinfeld, dien Wettenau, met het afsnyden der gemeenzaamheid tusschen hem en dien onverlaat, ook alle verdere ondersteuning geweigerd had, in behoeftige omstandigheden vervallen; 't welk hem, gelyk meermaals voorheen, zyne toevlugt tot valsch speelen had doen neemen. Zich hiermede geneerende in dezelfde Stad, daar zich ook Rettheim onthield, wil het geval, dat Rettheim in een koffyhuis kome, daar Hinfeld zyne schelmsche streeken oefent. Rettheim maakt het gezelschap hier omtrent oplettend, en komt vervolgens openlyk tegen hem uit. Hinfeld redt zich op de hem best mogelyke wyze, waar door het gezelschap weder in rust komt; maar intusschen is hy bedagt om zich op Rettheim te wreeken; hy vertrekt van daar reeds laat in den avond, wagt Rettheim in den omtrek zyner wooninge op, en doorsteekt hem met een dolk, zo dat deeze terstond dood ter aarde valle. De wagt schiet toe, en
Hinfeld, op de daad gevat, eindigt, weinige dagen later, zyn leeven, volgens het geregtlyke vonnis, door het zwaard. - Wettenau ontving hier van berigt, deelde het zyne Emilie mede, en deeze gaf 'er Caroline verslag van. Ieder was 'er gevoelig over aangedaan, en bovenal Caroline; welker hart vervolgens nog feller getroffen werd, toen zy, uit een brief van Hohenfels, die, wanhoopig over zyn snood bedryf, na elders gevlugt was, verstond, welk een haatlyken rol hy gespeeld had. Zy leefde nog eenigen tyd; doch bezweek eerlang voor haar hartzeer, dat haar eindelyk ten grave deed daalen, in de hoop, van voor eeuwig met haaren beminden Rettheim vereenigd te zullen worden. - - Het beloop deezer geschiedenisse levert etlyke treffende voorvallen, en het verhaal, schoon wat gerekt, heeft egter zyne gevalligheid; ook gaat het hier en daar nog vergezeld van eenige leerzaame opmerkingen.