Onpartydige schets, wegens de inkomsten, by manier van giften, enz. van de Roomsche Priesters in de Nederlanden. Benevens een Plan, om dezelve een aanzienlyk bestaan, de Kerken een deftig onderhoud, en de Roomsche arme ledemaaten meerder nooddruft te verschaffen. Door een oprecht Vaderlander, onder de Zinspreuk: Pro Patria. Alom te bekomen. In groot octavo 48 bladz.
Naer het tweeledig voorstel op den Tytel, is dit Geschrift in twee deelen onderscheiden. - Het eerste gedeelte behelst een verslag van de voornaemste middelen van bestaen der Roomsche Priesteren in de Nederlanden, door 't geen de Ledematen, in een aental van byzondere omstandigheden, hebben op te brengen: behalven de buitengewoone giften, en 't inkomen op deze en gene wyze aen de Kerke gemaekt. - En het tweede levert een Plan, om, met afschaffing van alle die byzondere betalingen, ene Kas te vormen, uit ene jaerlyksche gifte der Ledematen, ongelyk minder bezwaerlyk dan de tegenwoordige manier van geven; uit welke de Priesters een goed vast jaerlyksch inkomen zouden kunnen erlangen; terwyl men tevens in staet zoude zyn, de Kerk behoorelyk te onderhouden, en tevens een ruimeren voorraed van penningen, dan tegenwoordig, zou bezitten, om de onvermogenden, naer vereisch hunner omstandigheden, te ondersteunen. - Indien men zig op des Schryvers manier van rekenen moge verlaten, waer van hy, in de ernstigste betuiging zyner oprechtheid, de krachtigste verzekering geeft, heeft zyn Plan, bovenal ter betere ondersteuninge der Armen, veel aennemelyks.
‘Mogt het,’ zegt hy, met het asloopen van zyn Geschrift, ‘Mogt het onze wettige souvereinen behaagen hunne Vaderlyke oogen hierop te vestigen; en, zo ons Plan plaats mogt hebben, de verkoorene Kerkmeesters onder hunne bescherming te neemen! te meer, terwyl door het zelve de geduurige buiten 's Lands geldverzendingen, wel ras een einde zouden neemen, en zulks vervolgens niet alleen tot nut voor de Roomsche in 't by-