| |
| |
| |
Verkort berigt van de Pelew-eilanden, gelegen in het westlyk gedeelte van den Stillen Oceaan. Zamengesteld uit de Dagverhaalen en Onderrigtingen van Capitein Henry Wilson, en eenigen zyner Officieren, die, in Oogstmaand des Jaars MDCCLXXXIII, daar Schipbreuk leden met de Antelope, een Paket van de Engelsche Oostindische Maatschappy.
Door George Keate, Esq. F.R.S. en. S.A.
(Vervolg van bladz. 534.)
Het gunstig berigt, 't geen Mr. wilson bragt, gevoegd by de boodschappen, van wegen den Koning, door zyn Broeder en Zoon, den Capitein gedaan, bezielde al het Volk met moed: zo dat zy, met verdubbelden yver, de hand aan 't werk sloegen, en allen vlyt aanwendden, om alles, wat zy konden, uit het Wrak te haalen.
Op den vyftienden van Oogstmaand kreegen de Engelschen tyding, dat de Koning stondt te komen; en kort daar op zagen zy een groot getal Canoes den uithoek, die de Haven vormt, omvaaren. Maar 's Konings Canoe hieldt stil, zo ras dezelve in de Baay was, en hy beval een gedeelte van de Canoes, die alle gewapend waren, na den anderen kant van het Eiland zich te vervoegen; waarschynlyk denkende, dat een zo groot getal gewapenden onrust by de Vreemdelingen zou verwekken. Met de overige Canoes roeide hy voort, in groote staatlykheid, zo verre het water, 't welke by de ebbe zeer laag was, wilde gehengen.
's Konings Broeders gaven Capitein wilson te verstaan, dat het nu zyn tyd was den Koning te gemoete te treeden. Twee van zyn eigen Volk namen hem op de schouders, en bragten hem door het water na 's Konings Canoe; hy werd verzogt 'er in te stappen. Capitein wilson, en de Koning, wiens naam abba thulle was, omhelsden elkander. De Capitein verhaalde het ongeluk, hem overgekomen, aan abba thulle, door den mond van de twee Malaijers, en herhaalde zyn verzoek, om een Vaartuig te mogen bouwen, waar mede zy na Huis
| |
| |
mogten vaaren. De Koning gaf hier toe op nieuw verlof, om het te vervaardigen op het Eiland, waar zy zich bevonden, of op het Eiland, waar hy woonde; het laatste aanpryzende: 'er byvoegende, dat het Eiland, waar zy aangekomen waren, ongezond was, en daarom onbewoond, en dat hy vreesde voor hunne gezondheid, als de wind uit een anderen hoek opstak. De Capitein onderrigtte hem, ter wegneeming van deeze zwaarigheid, dat hy een Persoon by zich hadt, wiens werk het was, kwaalen te geneezen; en dat het zeer ongelegen voor hem zyn zou, verder verwyderd te weezen van het gestrandde Schip: dewyl zy het noodige van 't zelve als dan niet zouden kunnen haalen, zonder veel tyds te verliezen. De Koning keurde dit goed.
Wanneer de Koning een teken gaf, dat hy aan Land wenschte te gaan, liet Capitein wilson zich door zyn Mannen aan strand draagen, en abba thulle, in 't water stappende, volgde hun. Hy bezag den voorraad, de wapens, en de tenten, aan strand opgeslaagen, met veel aandagt, gelyk ook zyne Broeders gedaan hadden. Hy nam zodanige ververschingen, als zy hem konden aanbieden, aan, als mede de Geschenken, welke zy hem deeden. Tegen den avond begaf hy zich met allen, die by hem waren, na de andere zyde van het Eiland, en scheen zeer in zyn schik, met alles wat hy gezien en ontvangen hadt: doch zyne twee Broeders bleeven met hun gezelschap by de Engelschen.
Den volgenden morgen maakten zy een aanvang met de helling te vervaardigen, om het nieuwe Vaartuig op te timmeren; in den naamiddag kwam de Koning weder voor den Inham, waar zich de Engelschen bevonden. Capitein wilson en diens Volk hadden dien morgen ontdekt, dat het gelaad van 's Konings beide Broeders zeer betrokken stondt, en ontdekten nu, op dat des Konings, die zelfde strakheid, of, gelyk zy 't noemden, koelheid; dit baarde niet weinig ongerustheids, dewyl zy niet wisten eenigen aanstoot gegeeven te hebben; noch ook, zo dit het geval mogt weezen, hoe zy het zouden vergoeden. Capitein wilson werd anderwerf verzogt, by den Koning in de Canoe te gaan: hy bewilligde hierin met alle bereidvaardigheid: abba thulle betuigde hem, naa dat hy blykbaar zeer veel gewelds op zich zelven gedaan hadt om tot die verklaaring te komen, dat hy zich in een Oorlog vondt ingewikkeld met eenige Nabuurvolken, die hem
| |
| |
veröngelykt hadden: dat hy, uit het geen zyn Broeders gezien, en de Malaïjers hem verteld hadden, wist welk een kragt hunne Vuurwapens oefenden; hy wenschte daarom gaarne, vier of vyf van zyn Volk gewapend te mogen hebben, om, voor weinig dagen, ten stryde tegen zyne Vyanden uit te trekken; niet twyfelende of dier bystand zou hem een beslissende Overwinning geeven. Capitein wilson niet weetende, wat het geval zou kunnen, zyn van eene weigering, antwoordde terstond, dat de Engelschen als zyn eigen Volk waren, dat zy 's Konings Vyanden voor hunne Vyanden hielden; en dat de verzogte Mannen gereed zouden weezen, als hy dezelve vroeg. 't Gelaad des Konings, zyner Broederen, en der daar by zynde Eilanderen, klaarde onmiddelyk op: en het bleek Capitein wilson ten vollen, dat de naargeestigheid, op dezelve korts te vooren verspreid, toegeschreeven moest worden aan hunne vrees, om eene gunst te vraagen, die hunne nieuwe Vrienden ongestraft zouden kunnen weigeren; of hun onaangenaam weezen toe te staan. - Abba thulle vermeldde Capitein wilson, dat de stryd binnen vier dagen zou aanvangen, dat hy op morgen om dit Volk zou verzoeken, en mede neemen na Pelew, het Eiland, waar hy zich onthieldt, dat hy hun, zo ras mogelyk, naa het gevegt, zou te rug brengen. Intusschen zou hy, zeide hy, uit eigen beweeging, zo veel Man als 'er van de Engelschen mede gingen, van zyn eigen Volk by hun laaten; 'er by voegende, dat men alle mogelyke zorge zou draagen, om de Lieden, die met hem ten kryg toogen, onverzeerd te rug te brengen.
De Koning kwam 's volgenden daags, den zeventienden, om de gewapende Mannen: en vyf wakkere jonge Knaapen verzogten hunne Scheepsgenooten, dat zy, zonder het lot te werpen, (waar toe een ieder zich gereed betoonde,) mogten heen gaan. Het werd toegestaan. De Koning, zyne Broeders, en Zoon, namen ieder een Engelschman in hunne Canoe: de Engelschen hunne Makkers, by 't vertrek, driemaal vaarwel toeroepende; abba thulle, met al de zynen, de meening van dit bedryf verstaan hebbende, stondt op, en schreeuwde mede.
Zy, die op het Eiland bleeven, voeren yverig voort met het timmeren van het Vaartuig; doch de vyf Man niet wederkeerende voor den vyf en twintigsten, en dus langer weg blyvende, dan abba thulle gezegd hadt, begon Capitein wilson met de zynen reeds hunnent
| |
| |
halve ongerust te worden. Dan om zich, voor het toekomende, min afhangelyk te maaken van hunne nabuuren, in gevalle de kryg naadeelig mogt zyn afgeloopen, wierpen zy eene hoogte op rondsom de Tenten, en haalde een stuk zwaar Geschut en twee Draaybassen van het Schip. Het eerste zetten zy op het Roopaard, zo dat het den ingang van de Haven bestreek, en de twee Draaybassen plaatsten zy op de stompen van daar toe afgehouwen boomen, zodanig, dat zij ze allerwegen heen konden draaijen. Dit in gereedheid gebragt zynde, begonnen zy zich aan te merken, als bykans onafhangelyk van abba thulle, en diens Volk. Doch het zien hunner Makkers, die 's naamiddags van den vyf en twintigsten gezond en welgemoed opdaagden, vergezeld van hun ouden Vriend raa kook, verdreef al hun vrees; doch hun genoegen, dat zy zich tot eigen bescherming in staat gesteld hadden, verminderde niet.
Het berigt door Mr. cummins, een Onderofficier van de Antelope, een der vyf mannen, op deezen Krygstocht uitgetoogen, gegeeven, komt hier op neder.
's Avonds, den zeventienden, gingen zy aan land, op een klein Eiland, omtrent zes mylen ten Oosten van het Eiland, waar de Engelschen gestrand waren, en drie of vier mylen van Pelew, 's Konings verblyfplaats; zy werden daar met alle beleefdheid en gastvryheid onthaald; den volgenden morgen voeren zy na Pelew, waar zy tot den een en twintigsten bleeven: dewyl de Koning alle zyne Canoes ten oorloge niet eerder byeen kon krygen. Met het aanbreeken van den dag, verzamelde al het Krygsvolk, gewapend, voor 's Konings Huis; hunne wapens bestonden uit Bamboos-schigten van vyf tot acht voeten lang, gepunt met het hout van den Betelnootboom, en gebaard. Van deeze bedienen zy zich, als zy man tegen man en van naby vegten; maar zy hadden ook korte, die zy, door middel van een stok, van omtrent twee voeten lang, op een grooten afstand wisten te werpen. De Engelschen scheepten zich in vyf onderscheide Canoes, met welke zy, omtrent tien of twaalf mylen, verder Oostwaards opvoeren; verscheide dorpen aandoende, die abba thulle toebehoorden, waar zy ververschingen innamen, en versterkingen kreegen; 's naamiddags kwamen zy in 't gezigt van den Vyand. Zy hadden toen by zich, eene Vloot van omtrent honderd vyftig Canoes, op welken meer dan duizend Mannen
| |
| |
geteld werden. Van de magt des Vyandlyken Volks hadden de Engelschen geene gissing kunnen maaken. - Eer het Gevegt begon, begaf zich raa kook met zyne Canoe digt by de vyandlyke Stad, en sprak eenigen tyd met den vyand; hy hadt een der Engelschen, thomas dutton, by zich; doch deeze last om niet te vuuren, eer hy een afgesprooken teken ontvangen hadt. 't Geen raa kook tegen den Vyand sprak, werd met veel blyken van onverschilligheid aangehoord; hy wierp een Schigt na den Vyand, (dit was een teken des aanvals) en dit werd door een Krygsgeschreeuw van den anderen kant beantwoord. Dutton brandde op 't eigenste oogenblik los. Een Man viel oogenbliklyk dood neder, en dit bragt hun in zulk eene verwarring, dat het Volk, met groote haast, het strand verliet, terwyl die in de Canoes waren in 't water sprongen, en zo ras mogelyk zogten land te krygen: nog eenige Snaphaanschooten werden 'er gedaan, die den Vyand geheel verstrooiden: en abba thulle, nevens zyn Volk, scheen zo volkomen voldaan met dit merkteken van Overwinning, dat zy geen werk maakten van den vlugtenden vyand naa te zetten; het eenigst voordeel, 't welk zy 'er van namen, was, dat zy aan Land gingen, eenige Kokusnootenboomen de vrugten afplukten, en de Yamswortelen en andere verzamelden voorraad mede namen. - Zy keerden terstond te rugge, de Koning was zeer blyde met den behaalden Zegen; zy hielden op verscheide plaatzen in den Hertocht stil, waar de Vrouwen met zoeten drank verscheenen, om dien Heldenstoet te laaten drinken; doch de afstand te groot zynde om dien avond t'huis te komen, verspreidde de Vloot zich in verscheide Kreeken, omtrent acht uuren 's avonds, en bleef leggen. Den volgenden dag hieldt men Feest in alle de Huizen, digt by 't strand; 's naamiddags gingen de Tochtgenooten weder aan boord, en bereikten dien avond Pelew. Aldaar was het
den volgenden dag niet dan Vreugd- en Feestviering: en liet de Koning 's anderen daags de Engelschen heen gaan, hun alle kentekens van de uiterste voldoening geevende, wegens hunne betoonde dapperheid. Hy deedt ze uitgeleide tot aan den waterkant, en zondt twee groote Canoes, gelaaden met Yams en anderen Voorraad, ten dienste hunner werkende Medescheepslieden. De Generaal raa kook wilde hun t'huis brengen: doch zy kwamen egter dien dag niet verder dan
| |
| |
het kleine Eiland, waar zy zich den eersten nagt onthouden hadden: want hunne oude Vrienden ontvingen hun, indien zulks mogelyk was, met grooter gastvryheid dan voorheen, en waren om stryd bezig, om door tekenen hun te beduiden, dat zy wisten hoe veel de Engelschen toegebragt hadden, tot de nederlaage van 's Konings Vyanden. Den volgenden morgen lieten zy de bewonderde Helden trekken, om zich te vervoegen by hunne Tochtgenooten, en raa kook vergezelde hun op de geheele te rug reize van deezen Krygstocht.
Zy sloegen nu met de anderen de handen aan 't werk, tot het vervaardigen van het nieuwe Vaartuig, welke arbeid met zo veel spoeds voort 'ging, als men de omstandigheden, waar in zy zich bevonden, en 't gebrek aan 't benoodigde in aanmerking genomen zynde, kon verwagten. - Terwyl het Vaartuig gebouwd werd, lag Capitein wilson, diens Zoon, de Chirurgyn en nog een der Tochtgenooten, op het dringend aanhouden van abba thulle, een bezoek by hem af op Pelew, waar zy verscheide dagen bleeven, en behandeld werden met alle hoogagtinge en gastvryheid, die de Koning, de Generaal, en alle andere hun konden aandoen. Zy hadden, by dit bezoek, gelegenheid om de geaartheid en zeden der Inboorelingen na te gaan, en kwamen, deswegen ten hoogsten voldaan, te rugge. In de daad het berigt, hier van hun gegeeven, overtreft alles wat wy vermeld vinden, van eenig ander Indiaansch Volk. Zy laaten in beleefdheid en vriendlykheid de Inwoonders der Societeit en Friendly Eilanden, in den Stillen Oceaan, zo als ze door Capitein cook en diens Tochtgenooten beschreeven werden, op een verren afstand agter zich. - Dit bezoek eindigde nogthans in een tweede verzoek van abba thulle, aan den Capitein, en dien zyner Mannen, met derzelver Wapenen, ten einde zy hem mogten vergezellen op een anderen Krygstocht, na 't zelfde Eiland als voorheen; naardemaal de behaalde overwinning de gewenschte uitwerking niet hadt te wege gebragt.
Op den vierden van September, keerde Capitein wilson met zyn gezelschap, weder na Oroolong, dus heette het Eiland, waar op de Engelschen zich bevonden, en hadden de voldoening te zien, dat de bouw van het Vaartuig sterk was voortgezet. 's Naamiddags, op den achtsten, verscheen de Koning om van den Capitein den beloofden bystand van tien Man te eischen. Thans den
| |
| |
Zesponder en de Draaibassen op de Roopaarden ziende liggen, en verwittigd van de uitwerkzels, welke zy deeden, kon hy niet ligt overgehaald worden, om af te zien van het verzoek, dat hy 'er één mogt mede hebben in den Tocht, tegen het Volk van Artingal, (den naam van het vyandlyk Eiland); doch de groote hoeveelheid van Kruid, welke dit zou vereisschen, was een onoverkomelyke zwaarigheid, tegen het inwilligen van dit verzoek. De Koning vertrok den volgenden dag, zo 't scheen weinig vergenoegd, dat hy slegts tien Man mede kreeg.
De agtergebleevene arbeidden met onvermoeiden vlyt, aan het Vaartuig, en op den vyftienden September kwamen de Canoes met de tien afgevaardigden te rugge. Een van de Canoes, waar in twee Engelschen zich bevonden, was in het wederkeeren omgeslaagen, en zy hadden 'er ten nauwer noode het leeven afgebragt. Zy berigtten Capitein wilson, dat zy den avond, naa dat zy Oroolong verlieten, Pelew bereikten, en dat abba thulle begeerig scheen, om terstond op Artingal los te gaan: doch, dewyl het regenagtig weer was, bragten zy 'er tegen in, dat hunne Wapens nat zouden worden: de reis werd, derhalven, tot den volgenden dag uitgesteld: de avond zich schoon laatende aanzien, verzamelde de Koning zyne Rupacks en Canoes, ten getale van tweehonderd; aan Boord derzelver, bevonden zich veel meer dan duizend Man; een weinig vóór het aanbreeken van den dageraad kwamen zy te Artingal. Zy wagtten tot Zonne Opgang, en zonden toen een kleine Canoe met vier Man, om te vraagen, of de Vyand zich wilde onderwerpen aan de voorwaarden, die hy hadt voorgesteld, tot vergoeding van de ongelyken, den grond zyns beklags; en, indien hy dit niet wilde doen, hem ten stryd uit te daagen. 't Was een grondregel by de Inwoonderen der Pelew-Eilanden, om den Vyand nooit in 't duister of onverhoeds aan te vallen. De vier Mannen, in deeze Canoe, hadden de lange witte vederen, uit den staart der Keerkringvogelen, recht overëinde in 't hair gestooken. Lieden, die deeze vederen draagen, worden by deeze Eilanders eveneens aangezien, als die by ons met de Vredevlag komen. Zy keerden met eene volslaagene weigering te rugge: waar op de Koning terstond het teken tot den stryd gaf. - Terwyl dit geschiedde, verzamelde de Vyand zich in de Canoes, digt onder den wal, bliezen op Kinkhoorens, ter uitdaaging ten kryg, doch
| |
| |
scheen niet genegen het strand te verlaaten. De Koning hunne ongewilligheid ziende, om den slag aan te vangen, beval, dat een gedeelte zyner Canoes zich agter een uithoek des Eilands zouden verbergen, en, naa eenige weinige Spietzen op een afstand geworpen te hebben, veinsde hy weg te vlieden, gaf hier van een voorbeeld, met zyn eigen Canoe, en alle de overige van zyn Smaldeel volgden hem. Dit hadt de beoogde uitwerking. De Vyand zette hem terstond naa, waar op het verhoolen liggend Smaldeel aanroeide, en zich tusschen de Vyandlyke Canoes en het Strand plaatste. Zo ras de Koning zag, dat zyn Krygslist gelukte, keerde hy te rug, viel den Vyand van vooren aan, terwyl het andere Smaldeel van agteren streedt. Met veel heftigheids werden de Speeren van wederzyden geworpen, de Engelschen maakten een aanhoudend vuur, 't welk niet alleen veelen trof, maar den Vyand geheel verlegen deedt staan; niet kunnende begrypen, hoe het bykwam, dat 'er van zyn Manschap vielen, zonder eenigen zigtbaaren slag ontvangen te hebben. Zy gingen, daarom, op de vlugt; doch vonden grooten hinder in de Canoes, die van agteren aanvielen. De meesten, nogthans, bereikten het Strand, zes Canoes alleen, aan welker Boord negen Gewonden waren, vielen in handen. Deeze negen werden, ondanks alle poogingen door de Engelschen te hunner behoudenisse aangewend, door de Overwinnaars schielyk afgemaakt, het hoofd van één hunner, die een Rupack was, werd na Pelew gevoerd, en in zegepraal voor 't huis des Konings op een Bamboo gestooken. De Overwinnaars voeren in triumph langs de Kust, blaazende eenigen tyd op hunne Kinkhoorens, verlieten het daar op, en keerden na huis, waar men, wegens deeze Overwinning, groote vreugde bedreef.
Thomas rose, de Malaijer, die tot ons Volk behoorde, bleef, op 't verzoek van abba thulle, te Pelew; maar op den twee- en- twintigsten keerde hy ook te rugge, met een groot Geschenk van Yams en andere Vrugten, en hadt last Capitein wilson te berigten, dat de Koning verhinderd geweest was, hem te komen bedanken voor de diensten, door zyn Volk in den laatsten Stryd beweezen; dewyl 'er eene zo groote menigte gekomen was van andere Eilanden, om hem, wegens de behaalde Overwinning, geluk te wenschen, en die hy niet kon weigeren hem te vergezellen, indien hy, terwyl zy op Pelew waren, na Oroolong overstak. Derzelver aantal
| |
| |
was zo groot, dat hy niet alleen vreesde, dat zy de Engelschen in hunnen arbeid zouden hinderen; maar dat ook het Eiland hun niet genoegzaam versch water zou verschaffen.
|
|