navolging van hunnen toenmaligen Koning Lysander, begeerte gekregen tot pragt en rykdommen, die zy te voren niet kenden, of de nationale zugt en waakzame zorg voor de vryheid begon in evenredigheid hand over hand af te nemen.
Het volk, dat te voren hunne stadsopzienders gekoren hadt, door vrye stemmen uit de verstandigste en deugdzaamste burgers, die te gelyk voor ieverige voorstanders en handhavers der vryheid bekend stonden, wierdt allengs vatbaar voor kuiperyen, - zoo, dat de Koningen invloed kregen op de verkiezing der Ephoren, waardoor veroorzaakt wierdt, dat lage vleiers en slaven van de Groten dikwils voorgetrokken wierden, voor de beste voorstanders van het algemeen welvaren.
Deze laffe onverschilligheid in een vry volk is altyd een zeker blyk van de vermindering zyner vryheidsliefde, en een gewis voorteken van zynen aannaderenden ondergang. - Het volk toch verlaat zich dan op zyne gemeensmannen, als deszelfs onmiddelyke vertegenwoordigers, en dezen deszelfs onverschilligheid bemerkende, vervallen insgelyks tot slaphartigheid, of spannen samen tot onderdrukking van de vryheid.
Dus wierdt het evenwigt in de Regering, dat Lykurgus zoo wyselyk hadt vastgesteld, wel rasch verbroken, en zyne wetten, waar door Sparta zoo lang gebloeid hadt, verloren langzamerhand hare kragt, terwyl daar en tegen het zedenbederf hand over hand toenam.
Geen pen is in staat, om de verbastering en het diep verval der Spartaansche zeden, die de Grieksche Wysgeeren zoo vaak als in eene eerbiedige verwondering hadden doen verbaasd staan, naar behoren te beschryven. - Uitgezogte spyzen vervulden de tafels, die voorheen een voorbeeld van matigheid en eenvoudigheid geweest waren. - De edele vriendschap, welke zoo gelukkig tusschen alle standen hadt plaats gehad, wierdt door hoogmoed en lage ontrouw geschonden. - De blanke oprechtheid moest voor snode geveinsdheid en huichelary plaats maken. - De Spartaansche jongelingen, waarop de hope des Vaderlands gevestigd was, gaven zich over aan verkwisting en overdaad; en daar zy te voren hun genoegen gevonden hadden in worstelen en lopen, in het schieten met pyl en boog, maakten zy nu de beuzelachtige voortbrengzels der weelde tot de voorwerpen hunner bewondering en hoogach-