Moriz, of de gevallen van den Heer Lemberg, in zes Boeken, naar het Hoogduitsche van Fr. Schulz. Te Leyden, by P. Pluygers, 1787. Behalven het Voorbericht 346 bladz. in 8vo.
In Moriz tekent ons de Heer Schulz den leevensloop van een welbegaafd Jongeling, die juist geen geheel slegte, maar egter ook gansch geen geregelde, opvoeding gehad heeft; die wel geen kwaad hart bezit, maar van een zeer leevendig driftig gestel is, en daardoor menigwerf tot buitenspoorigheden overslaat. Hy maalt ons den leevensloop van zodanig eenen met natuurlyke koleuren, en brengt hem in verschillende omstandigheden, in welken zulk een character op eene onderscheiden wyze werkt, tot dat zyne geschiedenis eindigt met een Huwelyk met eene Dame, die hy reeds als Meisje geliefkoosd had, van welke hy ook reeds in zyne Jeugd bemind geweest was, en wier lotgeval ook vervolgens, op eene zonderlinge wyze, met het zyne vermengd was geworden. De Natuur is in 't gansche stuk zeer wel getroffen; maar wy vinden in de wyze