des evenbeelds Gods in den mensch, is te gelyk liefde Gods en des menschen. Deswegen is de hoofdsom des Christendoms - liefde - in 't geloof aan de door Jezus Christus geopenbaarde en beweezene hooge Godlyke waarde der menschlyke natuur. Al wie niet lief heeft, die kent God niet, want God is de liefde. Wy worden, mogt ik zeggen, eerst menschen en Gode gelykvormige menschen door de liefde. Liefde is het weezen der menschheid en Godheid, de hemel des hemels. De hemel zoude tot een hel worden zonder liefde. - De hel zoude ophouden eene hel te zyn door liefde. God kan niets dan liefde willen, dewyl Hy niets dan zaligheid wil. Liefde maakt dat God God, dat Christus Christus, is. - Gy weet niet, wat God is, gy weet niet wat de mensch is, wanneer gy niet weet, wat liefde is. Naar maate uwe liefde, zoo is uwe menschheid. Gelyk uwe liefde is, zoo hebt gy gemeenschap met God, zoo geniet gy God. Ontwaak in ons, menschlykste aller gezindheden. - Godlyke liefde! Straal des hemels! Vonk des eeuwigen leevens! Afschynzel der Godheid! Liefde! Verbreid u in onze harten, Blymoedigheid des weldoens, milddaadige, goedige, vriendlyke zin! Word leevendiger en zigtbaarer in ons, lydende, zwygende, verdraagende, verschoonende, langmoedige Liefde! Zy alle dagen onvermoeider, goedwilliger, het algemeen nuttiger, vreedzaamer, blymoediger, opgehelderer, wakkerer, vryër en onvertsaagder, ootmoediger en moediger werkzaam, gezegende en zegenende broederlyke en zusterlyke liefde! Geef, waar gy geeven, help, waar gy helpen, sterk, waar gy sterken, troost, waar gy troosten kunt. Beveel aan! geef raad! leid! beur op! waarschuw! bestraf! bid! smeek! zy vrolyk met den vrolyken! ween met den weenenden! kom voor! vergezel! volg na! wend af! verligt! verhaal! verzwyg! geniet! ontbeer! edele Christelyke liefde! uw voorbeeld zy Christus! uw voorbeeld die Liefde, welke allen alles, en zichzelve
niets was! Ach Heere, Heere! wek door dit zwakke, onmagtige woord my, en allen, die my hooren, op tot deeze alleen zalige en alleen zaligmaakende liefde!’