Zedelyke Verhaalen, getrokken uit de Werken van de Heeren d'Arnaud, Mercier, en anderen der beste hedendaagsche Schryvers. Met nieuw geinventeerde Kunstplaaten versierd. Tiende Deel. Te Amsteldam by A. Mens Jz. 1786. In octavo 365 bladz.
Van de drie leerzaame verhaalen, in dit Stukje byeengebragt, is de geschiedenis van Daminville de eerste, welke ons onder 't oog brengt, aan de eene zyde, de onvoorzigtige stappen, en de daaruit volgende onheilen, van 't aangaan van een Huwelyk tegen 's Vaders goedvinden; en aan de andere zyde het onverbiddelyk gedrag van een al te strengen Vader, die egter eindelyk tot inkeer komt. - Het tweede verhaal is dat van Mondor en Charideme. Charideme vindt zig blootgesteld aan de mishandelingen van eene Stiefmoeder, die over 't Vaderlyk hart heerscht; 't welk hem eindelyk doet besluiten zyn afscheid van 't Ouderlyk huis te neemen, met oogmerk om in den Krygsdienst zyn geluk te beproeven. Hy ontmoet Mondor een bejaard Officier, die, van den dienst ontslaagen, met zyne Nigt Elize in eene stille eenzaamheid leefde. Deeze Mondor, alleszins een Man van een uitsteekend schoon character, vat zulk een sterke genegenheid voor Charideme op, dat hy hem ten Vriend neeme, en by zig houde. By alle voorkomende gelegenheden boezemt hy hem de lessen van Deugd in 't algemeen, byzonder die der Menschlievendheid, met de tong en met zyn voorbeeld in; en Charideme beantwoordt zo wel aan de goede gedagten van Mondor, dat deeze beiden ten naauwste aan een verbonden worden. 'Er heerscht ook wel dra eene kuische wederzydsche liefde tusschen Charideme en Elize, welke Mondor niet tegenstreeft, maar eer begunstigt, met dat gevolg, dat ze eerlang in den echt verbonden worden. - De derde of laatste geschiedenis is die van Ermance welke, haare Vader ten gevalle, de liefde voor Lormenil in haaren boezem tragt te smooren, en een Huwelyk aangaat met Daramant; een mensch van een opvliegend en onstuimig character; en daarenboven
in den hoogsten trap minnydig. Ermance, hoe onschuldig, hoe opmerkzaam op haar gedrag, om alle kwaad vermoeden voor te komen of af te wenden, kan egter de woedende gevolgen dier haatlyke geestgesteldheid van Daramant niet ontgaan. Deeze doorsteekt, in eene vervoering van drift, op een gansch ongegrond vermoeden, in een geval van de zuivere onschuld, zelfs zynen Vriend Blinford, die binnen weinig dagen aan de hem toegebragte wonde overleed. Daramant wordt geregtlyk gevat, zyn vonnis staat eerlang uitgesprooken te worden, en hy op 't schavot een schandelyken dood te ondergaan. In die omstandigheden laat Ermance zig, door haaren Schoonvader, overhaalen, om haar eigen eer voor 't oog der menschen te bezwalken, met zig zelve openlyk egtbreukig te belyden; ten einde daardoor Da-