goede voorneemens, hoe veel zekerer zou de uitvoering daarvan weezen!
O mogt my dit beschaamende gevoel van myne zwakheid en myne vernedering tot eene waarschuwing strekken, en my voor het toekomende behoedzaamer, voorzigtiger, standvastiger maaken! Neen, het moet my niet neerslagtig doen worden, en my den moed niet beneemen. Ben ik gevallen: ik moet geenszins blyven liggen, geenszins myne krachten door onnutte klachten verspillen, maar dezelve vergaderen, en met nieuwe zorgvuldigheid en getrouwheid gebruiken. Hoe meerder ik verzuimd en verlooren heb, des te yveriger moet ik my bevlytigen, om het verzuimde, zo veel mogelyk, te vergoeden, en het verloorene wederom te verkrygen. By u, Almagtige en Algoede, zoek ik daartoe kracht en bystand, en die zult gy my zekerlyk niet weigeren, indien ik ze van gantscher harten zoek.
Ja, ik vernieuw hier mede het opgevatte, maar niet volbragte, voorneemen. - Ik zal my alle de drangredenen, die my daar toe bewoogen hebben, en nog beweegen, op nieuws voorhouden, en zulks onder het bezef van uwe tegenwoordigheid doen.
Ik zal het zo moeilyk voor my maaken, als ik maar kan, om ooit tegen myn voorneemen te handelen. Is het te algemeen en onbepaald geweest, ik zal het naauwkeuriger bepaalen, in opzigt tot tyden, tot plaatsen, tot persoonen, tot bezigheden, tot gezelschappen. Was het te eenzaam, te afgezonderd in myne ziel, dan dat ik my het zelve gemakkelyk erinneren kon; ik zal het zelve met zeer veel andere gedachten en gewaarwordingen, met dingen, die tot het dagelyksche leven behooren, verbinden, op dat het van my niet vergeeten moge worden. Ik zal my ook uiterlyke zinnelyke gedenktekenen oprechten; zal zodanige persoonen, waarmede ik het gemeenzaamst ben, of die het meest op my vermogen, bidden, dat zy my hetzelve te binnen brengen; ik zal hetzelve elken morgen vernieuwen, en my zelven elken avond, wegens de vervulling of het verzuimen daarvan, rekenschap afvorderen.
Ik moet my de uitvoering van myn goen voorneemen niet te ligt voorstellen, op dat ik my niet veilig waane, noch traag worde. Hindernissen en zwaarigheden zal ik steeds ontmoeten, aan verzoekingen tot het tegendeel zal het zekerlyk niet ontbreeken; daarvan heb ik zelf de droevigste ondervinding. Daarop moet ik derhalven vooraf