Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784

[p. 305]

De Vryneid aan de Nederlandsche Jeugd. Met Platen. Te Amsterdam, bij J. Allart, 1784. In groot octavo en in duodecimo.

Een zelfde oogmerk als den bovengemelden Vriend des Volks dryft den Schryver van dit Stukje, ten dienste der Nederlandsche Jeugd; en hy is in de uitvoering zo wel geslaagd, dat het een en 't ander Geschrist gevoeglyk hand aan hand moge gaan. Het onderwerp is by uitstek ryk, en kan uit zo onderscheiden gezigtspunten beschouwd worden, waar van 't een dien en 't ander deezen sterkst treft, dat meer den één Schryver het zelve, zonder elkander te belemmeren, en zonder dat de leezing van 't eene Stuk dat van het andere verveelende maake, behandeld kunnen worden. Dit laatstgenoemde Geschrift leert, na de eerste aanleidende Zamenspraak, in vier aaneengeschakelde Gesprekken, wat het is een vry Volk te zyn. De vyf daaraan volgende gaan over de Vryheid van 't Vaderland. In de elfde wordt over de Regeeringsvorm, en in de twaalfde over het Stadhouderschap gehandeld: waarop de vier laatsten geschikt zyn, ter ontvouwinge van 't geen ter bescherminge en bewaaringe der Vaderlandsche Vryheid noodig is. - Men heeft dit leerzaam Werkje gedrukt in groot octavo, op het zelfde sormaat als de Vryheid^(*), en tevens in duodecimo op het zelfde formaat als de Geschiedenissen ter Vereenigde Nederlanden voor de Vaderlandsche Jeugd^(†), op dat het, als daarby voegende, nevens het een of 't ander geplaatst zoude kunnen worden.

(*) Zie Algem. Vad. Letteroef. V. D. bl. 535.

(†) als boven bl. 604.