Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1783

De braafheid edelmoedig beloond.
Eene waare Geschiedenis van dit Jaar.

(Journal de Paris.)

Een Fruitverkoopster, te Parys bekend, merthe genaamd, die achttien Kinderen gehad had, en van welke nog tien in leeven waren, moest met dit talryk Huisgezin leeven van het klein inkomen haars Fruitswinkeltje, en het dagloon van haar tweeen zestig jaarigen Man, een Huurkoetzier. Haare ongetrouwde Zuster hadt vyf Kinderen ter wereld gebragt; drie waren overleeden, een vierde was, om slegt gedrag, vastgezet; het vyfde was omtrent vyf jaaren oud toen de Moeder stierf. Deeze maakte, by een, met eigen hand geschreeven, Uitersten Wil, haar goed aan de Vrouw eens Bakkers, in goeden doen gezeten, met voorbygang van haare Zuster: waarschynlyk die Vreemde begunstigende, om dat merthe haar zo dikwyls ernstig bestraft had over haar schandelyk gedrag. De nalaatenschap beliep meer dan vierduizend Livres.

Merthe, die alleen de Erfgenaam van haare Zuster dagt te zullen weezen, zag, met groot hartzeer, eene som, die haar, in eene behoeftige Huishouding, wonder zou te staade gekomen zyn, in handen van eene Vreemde vallen. Zy vervoeg-

[p. 427]

de zich by een Regtsgeleerden, die haar verklaarde dat deeze schriklyke onregtvaardigheid niet te veranderen, en het Testament niet kragtloos te maaken, was. Zy hadt, den Regtsgeleerden spreekende, het vyfjaarig Kind haarer Zuster by de hand; zy omhelst het; met veel hartlykheid betuigende: 't Is dan zo, ik zal deeze kleine met my neemen; deeze nalaatenschap zal my niemand betwisten: want ik geloof zeker, dat de Vrouw, die de Erfmaaking aanneemt, het Kind in 't Hospitaal zou zenden om 'er zich van te ontdoen! - De Regtsgeleerde, verbaasd over dit zeggen, oordeelde het billyk haar het getal haarer eigene Kinderen te herinneren, en haar te vraagen, hoe zy, reeds tien Kinderen hebbende, zich met den last der Opvoedinge van dit Elfde zou bezwaaren? Hoe! hernam zy, vol drifts, dit ongelukkig Schaap kan 't niet helpen dat het in de wereld gekomen is; het moet gevoed en gekleed worden - God zal my helpen! Zy hieldt haar woord, en bragt dit Kind by de haaren.

't Geval werd bekend. - Eene Loge van Vrymetzelaaren, te Parys, la Candeur geheeten, beroemd door veele daaden van Vaderlandliefde en Goedertierenheid, gaf in Sprokkelmaand deezes Jaars een heerlyk Feest. Meer dan honderd veertig Persoonen van beide de Sexen, en van het eerste aanzien, maakten het gezelschap uit. Naa de gewoonlyke pligtpleegingen, werd 'er een gordyn opgeschooven, en men zag de braave merthe op een heerlyken throon, omringd van haare tien Kinderen, en met het aangenomene voor zich. Zy waren alle, nevens merthe, op kosten der Loge, in nieuwe kleederen gestooken. - De Marquis de .... toen Voorzitter, verklaarde, in eene aandoenlyke Aanspraak, wat deeze Vertooning in hadt. In het tederste gedeelte deezer Rede zette Mevrouw, de Gravin de ......., een Burgerkroon op 't hoofd van merthe. Mevrouw de Marquisinne de ...... gaf haar eene welvoorziene Goudbeurs, en Mevrouw de Gravinne de ....... reikte haar eene Mande toe, met het Kindergoed voor het negentiende Kind, waar van zy zwanger ging. Het Kind, door haar aangenomen, werd hernomen door de Societeit, die zich met de opvoeding, en het verder bezorgen daar van, belastte.

Dit hartroerend tooneel, en de treffende aanspraak van den Marquis de ...... deedt de traanen biggelen van alle Aanschouwers. Hoe streelt een Vertoon! zo zeer tot eere strekkende van de Geevers als van de Ontvangers!