De beschaamdgemaakte kunstbedillers.
(Eene waare Geschiedenis.)
De Heer james ferguson, F.R.S. in zyne jeugd te Bristol Portraitschilder, hadt de Afbeelding vervaardigd van eene schoone jonge Juffrouw. Haare veelvuldige Kennissen, schoon zy het Stuk preezen, vonden ieder eenige kleine gebreken, die, weggenomen zynde, het Portrait volmaakt zouden doen gelykend Mr. ferguson, hier van verwittigd, verzogt dat zy allen, op zeker uur, ten zynen huize zouden komen. Met zyn palet en penseelen in de hand ging hy voor het Stuk zitten, en de Juffrouw zat 'er by in 't beste licht. Hier op verzogt hy alle de aanweezenden, één voor één, dat zy hem wilden zeggen wat zy 'er van dagten en wat zy 'er op aan te merken hadden. Hy erkende de juistheid der gemaakte aanmerkingen, en zette zich oogenbliklyk om alle de aangeweezene gebreken te verhelpen. Het geheele Portrait dus nagegaan hebbende, toonde hy het aan 't gezelschap, en ieder keurde het een Meesterstuk, zo volmaakt gelykende, dat 'er niets aan haperde. - Hier op verzogt hy, dat zy het Doek en zyne Penseelen zouden voelen. Zy vonden ze volmaakt droog; en hy liet, zonder één woord meer te spreeken, het gezelschap zyn eigen vonnis van Kunstbedillers opmaaken.