Verslag wegens de Jooden in China.
(Ontleend uit de Lettres edifiantes & curieuses ecrites des Missions etrangeres.)
Onze vroegste Zendelingen hebben eene Joodsche Synagoge aangetroffen te Kai-fong-fou, in Ho-nan. Zints dien tyd, heeft men verscheide poogingen gedaan om zekerder en nauwkeuriger kundschappen te bekomen, wegens den oorsprong en de vestiging dier Jooden, in China, als mede van hunne Boeken. Volgens het denkbeeld, waar in men stondt dat China nooit veel gemeenschaps gehad hadt met de Westersche Volken, dagt men, dat deeze Jooden een zeer oud, en daarom zeer bezienswaardig, afschrift van den Bybel zouden hebben. - Deeze Jooden hebben zien, volgens hun eigen berigt, omtrent het LXIV Jaar van der Christenen Jaartelling in deeze Landen gevestigd. Zy telden meer dan zeventig Familien van de Stamme benjamin, levi en juda; zy sloegen zich, in verscheide gedeelten van China, neder; doch zyn tegenwoordig verminderd tot op zeven Familien, die alle te Kai-fong-fou woonen. De andere hebben den Mahomethaanschen Godsdienst omhelsd. De nog overgebleevene Familien bezitten, in hunne Synagoge, verscheide Exemplaaren van den Taking, met deezen naam benoemen zy de Vyf Boeken van moses; daarenboven hebben zy veele andere Boeken, alle in 't Hebreeuwsch geschreeven. Dewyl branden en overstroomingen verscheide keeren hunne Synagoge verwoestten, namen deeze Jooden de toevlugt tot de Jooden van Bactriani en Persie, die hun nieuwe Afschriften van de Heilige Boeken bezorgden. In 't Jaar MDCXLII, werd hunne Synagoge verdelgd, door de overstrooming van de Rivier Hogangho, waar in driemaal honderd duizend menschen omkwamen, en zy behielden niets dan één Afschrift van den Pentateuchus, 't