nederigheid, en onder voorwendzel van eenvoudig te handelen, zich toegeven aen traegheid en nalatigheid in de beoefening van de kennis der waerheid, naer de vatbaerheid en de gelegenheden, welken zy bezitten.
‘Dit toch maakt, zegt hy, den arbeid van Gods getrouwe Knechten, om ons verstand en hart te verlichten en te verbeteren, veelal vrugteloos; dit slelt ons bloot voor zo veele duisterheden en verwarde begrippen omtrent zaken, die, behoorlyk onderscheiden, dikwerf allerduidelijkst zijn; ja dat veele broederverschillen, voorbaarige oordeelvellingen en misduidingen, veelal uit onkunde en misverstand ontstaan, wordt door de ervaring maar al te veel bevestigd. Hoe dikwerf, bij voorbeeld, hoort men, bij gebrek van kennis en oplettendheid, een godzalige klagen over deeze en geene Leerrede, om dat in dezelve van Christus, 't geloof in hem, de belofte van genade, enz.: zo letterlyk, regtstreeks en geduurig niet gesproken wierd, als, naar zijne gedachten, moest geschieden; - of 'er wierd te veel op pligten en niet genoeg op 't geloof, of te veel op 't geloof en niet genoeg op de pligten aangedrongen, of op deeze en geene byzonderheid te lang gestaan, en wat dies meer is; - daar intusschen alle zulke oordeelvellingen, doorgaands enkel ontstaan uit verkeerde begrippen, die men van 't geloof, genade, wet, euangelie, en andere Leerstukken, heeft; en niet genoeg onder 't oog houdt de nauwe betrekking in welke alle de waarheden tot elkander staan: zo dat 'er geen wet zonder euangelie, noch euangelie zonder wet; en geen geloof zonder bekeering, noch bekeering zonder geloof kan begreepen worden; gelijk ook, dat men geloof, bekeering, wet, genade, enz. of deeze en geene bijzonderheid of eigenschap van die in 't afgetrokkene beschouwende, al het andere als daar toe onafscheidelijk behoorende moet onderstellen; en dat derhalve een
Leeraar, overeenkomstig den aard zijner stoffe, en het verband waarin die voorkomt, over deeze of geene byzonderheid spreekende, onmogelijk altoos zo regtstreeks en letterlijk over 't geloof, of euangelie, of pligten, enz. kan handelen, of alles in ééne Leerrede kan afdoen; - en eindelijk, dat de hoofdsom van alle leeringen en vermaaningen, die uit de behandelde waarheden getrokken worden, daarop altoos uitloopen: bekeert u, en gelooft het euangelie: zo dat elke vermaning tot Geloof de Godzalig-