beseffen het verzuim waar aan hy zich heeft schuldig gemaakt: in 't verwaarlozen van die dierbaare oogenblikken, welke hem vergund waren, om het belang van zynen onstervelyken geest te behartigen. Hy ziet zyne bedroefde ouders by zyn bedde staan, hy erinnert zich welke verkeerde inschikkelykheid zy meermalen omtrent hem gebruikt hebben, hoe zy; schoon beter van 't belang der zaake overreed, Elis veroordeeld gedrag in veele opzichten gevolgd hebben. Hoe aangenaam hem die toegevenheid geviel in zyne gezonde dagen, des te meer prangt zy hem op zyn sterfbedde: daar hy niet dan met ontzettinge kan indenken, hoe deze le naaste oorzaak was van zyn bederf. Eindelyk, door het angitig vooruitgezicht van eene vast naderende eeuwigheid gefolterd, barst hy ten laatsten uit in deeze of dergelyke ontzettende woorden. “Ik ga! ja ik ga, naar een onbereid tydstip van myn laatste uur: dat oogenblik is reeds op handen, waarin ik aan mynen geduchten Richter rekenschap geeven zal, hoe ik mynen tyd hier besteed heb. Helaas! hoe heb ik die kostelyke gelegenheid om vrede met God te maken, schandelyk verzuimd! Myne ouders, hoe zult gy het verantwoorden, dat gy uwe magt ten mynen opzichte niet beter besteed hebt? Gy offerdet my, van myne vroege jongheid reeds, aan de mode van deze wereld op; en, in myne verdere levensjaaren, gaaft gy te veel vryheid aan myne losbandige Jeugd. 't Is waar, toen gy zaagt dat het te verre ging, zocht gy my wel tot bedaaren te brengen; dan gy waart op dien tyd de teugels. reeds kwyt: 't was alles te vergeefs; myne woeste driften waren niet meer in te teugelen; 't welk misschien in vroeger leeftyd in uw vermogen was geweest. En nu! nu is het omtrent my voor eeuwig afgedaan: en gy, die beter moest weeten wat tot myn eeuwig welzyn diende, hebt hierin uw eigen kroost verzuimd. Rampzalige kinderen! die dus aan de onbedachtzaamheid van eene verwaarloosde opvoeding worden opgeofferd!” Indien nu zulk een jongeling, na het uitspreeken van deeze
of dergelyke verwytingen, den laatsten adem uitblaast: hoedanig dunkt het u, dat zulke ouders dan zullen te moede zyn! welke eene mengeling van droefheid, wroeging en berouw zal die harten als om stryd vervullen? De spooreloze droefheid van David, over zynen zoon Abzalom, kan 'er ons een schets van geeven. Ja, was 'er op die oogenblikken gene erinnering aan de gemoederen van zulke on-