Geschiedenis van Karel Ferdiner, door J.J. Dusch, Schryver van de Zedelyke Brieven tot verbetering van het Hart. Uit het Hoogduitsch vertaald. Zesde Deel. Te Amsteldam, by M. Schalekamp. 1782. In groot octavo, 559 bladz.
Met dit Deel loopt de Geschiedenis van Karel Ferdiner ten einde; in welker voordragt de Heer Dusch, op eene by uitstek leerzaame wyze, ons onder 't oog brengt, hoe 's menschen hartstogten, in zeer onderscheidene omstandigheden, gewoonlyk werken; waar door hy den Leezer een aantal van lessen inboezemt, die geschikt zyn, om een ieder oplettend te maaken, op zyn hartstogtlyk gestel; tegen deszelfs vervoeringen te waaken, en het zelve op eene verstandige manier te regelen. 's Mans schryfwyze kan hier toe te beter van een algemeen nut zyn, om dat hy deezen Roman indiervoege opgesteld heeft, dat genoegzaam alle de byzondere Geschiedenissen, daarin voorkomende, van zodanigen aart zyn, dat ze niet onder de zeldzaame, maar onder de meermaals invallende gebeurtenissen van 't menschlyk leeven behooren, of 'er althans, met betrekking tot de werkzaamheid van 't menschlyke hart, ligtlyk toe gebragt kunnen worden. Hierdoor is dit Geschrift, boven veele anderen van die soort, te nuttiger tot het bedoelde einde; gemerkt de Leezer 'er des te sterker door opgeleid wordt, om op zyn eigen hart te denken, daar hy zig werkzaamheden ontvouwd ziet, die hy zelf wel eens ondervindt; dat hem uit eigen aart oplettender moet maaken.