Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 335]
| |
Brief aan de schryvers der Algemeene Vaderlandsche Letter oefeningen, wegens een verbeterd kerkmuzyk voor onze psalmen.Myn Heeren!
Ulieder onlangs gegeeven verslag van de redenkaveling der Heeren Niemeijer en Klopstock, raakende de Heilige Dichtkunde, wel byzonder met betrekking tot de Duitsche KerkmuzykGa naar voetnoot(*), heeft my aanleiding gegeeven tot de volgende aanmerking; die ik goedgevonden heb ULieden mede te deelen, om dezelven, zo ze ULieden niet mishaagen, gemeen te maaken: of zulks ook in dit geval van eenige nuttigheid konde weezen. Wat mag toch wel de reden zyn, dat 'er, daar meer dan twintig jaaren, voor dat de Kerk van Nederland eene nieuwe Psalmberyming algemeen heeft aangenomen, verscheide van die berymingen voorhanden waren, dat 'er, zeg ik, niet één eenig verbeterd Kerkmuzyk voor onze Psalmen tot hier toe, (zo verre my bekend is,) het licht ziet; daar nochtans een ieder overtuigd is, dat de thans in gebruik zynde Muzyk van Claude van Gaudimel niet hooger te schatten zy, dan de dichtkunde van Datheen. Dit toeteschryven aan onkunde, als of ons Vaderland bekwaamer dichters dan Componisten opleverde, of dat de eerste meerder prys op den Godsdienst stelden, dan de laatste, zou dwaasheid zyn, als van 't tegendeel te wel verzekerd zynde. Maar denkelyk heeft men niet kunnen goedvinden, voor dat 'er eene Nieuwe beryming algemeen was aangenomen, op de Rym-psalmen van Datheen, een verbeterd muzyk te maken; oordeelende het de moeite en kosten niet waardig. Het tydstip om zulks te doen was zekerlyk het best geschikt geweest, toen men bezig was de Rym-psalmen te veranderen; maar dit zou mogelyk toen nog meerder beweeging gemaakt hebben, dan de verkorte manier van zingen gemaakt heeft. Men ziet in dit, gelyk in veele andere gevallen, dat, wanneer men eene algemeene verandering begeert, men de sprongen niet te groot teffens moet neemen. En die verandering nu gemaakt zynde, acht men 't veelligt noodeloos verdere poogingen te doen; vermits men te vergeefs op eene tweede verandering zou hoopen. Desniettegenstaande konde het nochtans voor een byzonder gebruik zyne nuttigheid hebben; want de meeste Psalmen worden nu byna nooit uit lust, maar alleen pligtshalve, gezongen; om dat derzelver zangwyzen niet zoetvloeijende genoeg zyn. En als een verbeterd muzyk eens in den smaak gebragt ware, zou eene tweede verandering nog eens mogelyk worden; daar dezelve volstrekt onmogelyk blyft, indien 'er nooit iets van die natuur | |
[pagina 336]
| |
het licht zie. Men zou des thans, waarschynlyk met een goed gevolg, indien des kundigen 'er de hand aan geliefden te slaan, een Psalmboek met verbeterde muzyk in 't licht kunnen geeven; mits men zich bepaalde tot het eenvoudige; gebruikende daar toe niet dan heele en halve nooten; dat minst zou afschrikken en het werk min kostbaar maaken. De druknooten, die thans voorhanden zyn, konden daar toe gebruikt worden; en schoon derzelver ruitswyze gedaante buiten den hedendaagschen smaak zy, zou zulks nochtans in dit geval niet zeer stuiten; vermits het, als de muzyk maar goed is, niets ter zaake doet. De eenige verandering, die voor den drukker noodig zou zyn, zou alleen bestaan, in den sleutel en twee of drie maattekens met de maatstreepen; de kruis- en mol-tekens voor het Quarto formaat zyn toch voorhanden, en dus zou het werk maar weinig kostbaarder worden, dan een hedendaagsch Psalmboek. - Ik onderwerpe deeze myne bedenking verder aan het bescheiden oordeel en de beproeving van kundige Liefhebbers van het Godsdienstige Gezang. |
|