antwoorden. Want hoe kunt gylieden oordeelen, hoe veel wy nodig hebben?
hesp.
Ten minsten even goed, als gylieden kunt oordeelen, hoe veel wy betaalen kunnen.
carth.
Maar zo gy ons niet meer geeft, dan u behaagt, dat zal waarschynelyk te weinig zyn.
hesp.
En zo gy van ons neemt, wat u behaagt, dat zal waarschynelyk te veel zyn.
carth.
Wy hebben ons zelven, tot ulieder voordeel, in diepe schulden gestoken. Dankbaarheid moest u beweegen onze eisschen in te volgen.
hesp.
Weest opregt, myn Heeren! hebt gy dit gedaan om onzent wil, of om uwent wil? maar laat het om onzent wille zyn: wy willen dit uw volk rykelyk vergoeden; wy willen met al onze magt voor hun werken. Het grootste deel van al den winst van onzen arbeid viel altoos aan u te beurt. Laat dit op dien voet blyven. Brengt al onzen handel in uwe havens over, gelyk gy gewoon zyt. Zet al de Waaren, die gy ons opdringt om te koopen, op dien prys, welken het u behaagt: maar berooft ons niet van een voorrecht, waarby uw volk, als de grootste waarborg voor haare vryheid, met recht zoo hoog opziet: laat ons ons eigen geld geeven en inwilligen.
carth.
Wat het voordeel van uwen handel betreft: dit moge voor onze Ingezetenen in 't algemeen van eenig belang weezen. Maar wat helpt dat tot de behoeften van den staat? Wy zoeken een voordeel, welk bestendig en onverminderd in den schatkist vloeit. Wy bekennen ons niet te verstaan op de kunst van uw geld, by wyze van circulatie, door het gansche lichaam des volks, in den schatkist te brengen.
hesp.
Dit schynt zo; anders zoudt gy zeker wel te vrede zyn, om het zo te ontvangen, gelyk gy het ontvangt, op de best mogelyke wyze, tot het welweezen van het algemeen.