Zedelyke bedenkingen.
Het is 'er zeer ver van daan, dat men altoos raadpleegt met dat geen, 't welk het meest met zyne belangen overeenstemt, wel met dat geen, dat men zich verbeeld, dat 'er het meest mee instemt: maar meerendeels is des menschen redeneering verkeerd; en men pleegt raad met dat geen, 't welk geheel strydig is met zyne belangen. Het komt daar van daan, dat de meesten zich meer door hunne driften laten regeeren, dan door de rede bestieren.
Kan men niet wel al te streng omtrent zich zelven handelen, en zyne verdiensten te kort doen? Als men zo omtrent anderen handelt, is het misdadig: maar wat naam verdient zulk eene behandeling omtrent zichzelven? Zedigheid is eene beminnelyke deugd: dog men kan ze te ver trekken.
Het is in alle gevallen, en by alle Persoonen niet het zelfde, de Fortuin te beproeven. Het is ontwyfelbaar zeker, men moet de gunstige omstandigheden waarnemen, en dan kan men met eenigen grond vertrouwen in zyn opzet te zullen slagen. - Dan men vindt menschen, die in alle hunne ondernemingen slagen; en zelfs heb ik het wel gezien in zulken, die eer het werk van een dolleman, dan van een voorzigtig en verstandig Mensch schenen te zyn.
Hy die zich als Schryver opwerpt, moet wel weten eer hy begint, dat niet hy, maar het algemeen, rechter over zyne werken moet wezen. Zo is het met de meeste zaken, daar het publyk over oordeelen moet. Zal men zich dan moejelyk maken, als zyn werk niet algemeen behaagt. Hy, die dat doet, is een zot: maar een wys man geeft acht op de verstandige aanmerkingen, en verbetert zyne fouten.
Onder alle de bloemen, kan elk de schoonste niet zyn; onder alle de planten, ieder niet de voortreffelykste; en, onder alle de boomen, kan elke boom de verhevenste niet zyn; 't is genoeg, dat ieder in zyne zoort voldoet. Zo kan ook elk onder de Menschen de uitmuntendste niet wezen; ieder niet de verhevenste; elk niet de eerste plaats en rang bekleeden, zo in verstand, als in hoogheid. Het is genoeg, als elk in dien rang, waar in hy geplaatst is, maar poogt te voldoen aan het eind en oogmerk, waarom hy 'er in geplaatst is geworden. -
Het is niet mogelyk, dat alle Man op dezelfde wyze denkt. 't Zou ook niet goed zyn, als dat geschiede. - Zo lang 'er menschen gevonden worden, zullen 'er verschillende denkbeelden heerschen; de smaken zullen verschillende zyn, en het geen van den eenen geprezen word, zal een ander laken.
De deugd betoont zich nergers beminnelyker dan in de Dankbaarheid. Laat het al wezen zo het wil, de boosste, de