Schriftuurlyke Aanmerkingen, omtrent de tweeërlye begrippen of 'er trappen van kleiner en grooter heerlykheid in de gezaligde kinderen Godts na dit leven plaats zullen hebben; dan of ze allen een gelyken trap van heerlykheid zullen bezitten. Door A. Sluyter, Lid van de Hervormde Gemeente te Amsterdam. Te Amsterdam by A.J.v. Toll 1782. In groot octavo 60 bladz.
Rakende het vraegstuk, of 'er trappen van heerlykheid in den toekomenden Gelukstaet plaets zullen hebben, dan niet, voeden onze Godgeleerden verschillende gedachten, en men kan zich, zonder enige onrechtzinnigheid, voor de ene of andere zyde verklaren. Onze Autheur is voor de ontkennende party; en hy grond zyne keuze voornaemlyk op de wederzydsche overeenkomst, die 'er is tusschen het Werkverbond met Adam, en het Genadeverbond in Christus; uit kracht van welke hy beweert, dat 'er, zo in 't ene als in 't andere geval, ene gelyke toerekening plaets heeft; des alle ware geloovigen, die deel hebben aen 't Genade verbond, gelyklyk in denzelfden staet van heerlykheid moeten deelen. Dit van onderscheiden zyde aengedrongen hebbende, gaet hy verder na, de redenen, welken anderen voor het tegengestelde gevoelen bybrengen; mitsgaders de tegenwerpingen, inzonderheid ontleend uit deze en gene plaetzen der H. Schrift, die hun toeschynen het denkbeeld van trappen in heerlykheid te begunstigen. En hieruit maekt hy dan eindelyk zyn besluit op ter bepalinge van de gegrondheid zyner keuze. - Gemerkt 's Mans redeneering grootlyks steunt op ene Godgeleerde denkwyze over de Verbonden, waeromtrent de Godgeleerden het niet volkomen eens zyn, zo kan zyn Geschrift niet wel ingang vinden, by hun, die daerin ene van hem verschillende leiding van gedachten volgen. Voor 't overige verwachten wy, dat zyne beantwoording der redenen van party, en vooral zyne oplossing der Schriftuurplaetzen; door dezelve aengevoerd, veelen niet bondig overtuigend, maer eer wat gedrongen, zal voorkomen: in welk geval zy, die 't met hem eens zyn nopens de Leer der Verbonden, niet veel moeite zullen hebben, om dezelve overeen te brengen, met hun denkbeeld van trappen van grooter en kleiner heerlykheid; vermids men, uit de overeenkomst der Verbonden, nog geene volkomen gelykheid in alle deelen, buiten tegen spraek, kan afleiden. - Intusschen blyve het onderzoek van 't Stuk zelve den waerheidlievenden aenbevolen.