veranderd, dat de ongehuwde niet begiftigde Zusters, (blyvende het regt ten opzigte van de gehuwde begiftigde, of, gelyk men 't diestyds noemde, wtgeboelde Zusters het zelfde,) geregtigd waren tot de helft van de Broederlyke erfenisse; dat is, een Broeder en Zuster te zamen ervende, voor den Broeder twee derde, en voor de Zuster het overige derde gedeelte der geheele nalaatenschap. En eindelyk heeft de opgemelde Wet stand gegreepen, volgens welke, het onderscheid tusschen begiftigde en onbegiftigde Zusters, in dit geval, weggenomen zynde, de Dogters met elkanderen slegts voor een half gedeelte komen, ervende de Zoonen een dubbeld gedeelte van de Ouderlyke nalaatenschap, gaande twee Dogters voor éénen Zoon. Alles met dien verstande, als boven, Voorbeholden de Soons, enz. - Den oorsprong deezer inrigtinge heeft men, volgens den Heer Driessen te zoeken, in de behoedzaamheid der Ouden, om zorge te draagen dat de Familiegoederen niet vervreemden, maar bestendig in de Familie bleeven, waaromtrent ze ook verder alle vereischte schikkingen maakten. Uit dien hoofde waren dan ook de Dogters in vroeger dagen geheel van de ervenis uitgeslooten, als gaande, met hunne boedelgave, door het Huwelyk, in eene andere Familie over; omtrent welke boedelgave, by 't overlyden van zodanig eene Dogter, zonder kinderen, eene dergelyke voorzorg tegen de vervreemding der goederen uit het Vaderlyk Huis, stand greep. Hierby komt nog, gelyk hy tevens doet zien, eene tweede rede, afgeleid uit de toenmaalige omstandigheden; gemerkt het de zaak der Zoonen was, op eigen kosten, ten stryde te trekken, de veete over te neemen, en alle daar aan verknogte of daaruit voortvloeiende lasten te draagen; in alle welke en soortgelyke bezwaaren de Dogters niet deelden. - Ten laatste merkt hy nog kortlyk aan, hoe het toeneemen der bezittingen door den Koophandel, met het veranderen der omstandigheden raakende het voeren van den
kryg, enz. het hunne toegebragt hebben, om trapswyze de bovengemelde veranderingen in de erfopvolging te veroorzaaken; blyvende egter, in de inrigting ten voordeele der Zoonen, den geest der oude vaststellinge doorstraalen. - By de ontvouwing van dit alles brengt de Heer Driessen verscheiden oudheidkundige aanmerkingen, tot dit onderwerp behoorende, te berde, het welk de leezing deezer proeve van des te uitgebreider nuttigheid maakt.