zullen ons, om 'er een voorbeeld uit by te brengen, maar tot het eerste Artykel bepaalen.
‘Aflaat is een zeer voordeelige handel, welken onze Christelyke Roomsche Heeren zielzorgers gaarne gezien hadden, dat hy tot aan het einde der waereld onophoudelyk voortgeduurt hadde; doch zo als het met de aanzienlykste huizen, met heele Gemeenebesten en Maatschappyen gegaan is, zo ging het, helaas! hier ook mede. Toen de bank in haaren grootsten bloei was, viel 'er ongelukkig een verschrikkelyk Bankerot voor, en zelfs het vertrouwen (Credit) des Hemels was niet genoegzaam in staat, om het algemeene mistrouwen te verhoeden. Men zal zekerlyk een al te groot per cent genoomen, en het vertrouwen van het gemeen te zeer misbruikt hebben; maar terwyl alle tydelyke dingen eenen aanvang en een einde moeten neemen, zo kon men met reden hiervan ook niet wel verwagten, dat een zodanige handel eindelyk ook niet eenen onzaggelyken schok zou uit te staan hebben. Want hier, reeds op deeze waereld, zyne ziel en geweeten in de geestelyke bank te brengen, zyne halve inkomsten in de kerk te sleepen, van de geboorte tot aan den dood toe onder de voogdy van eenen Biechtvader te staan, en dan daarenboven nog, voor zyn einde, een paar honderd Guldens, voor de ontsnapping uit het Vaagevuur, vooruit te betaalen; dit kan men zeker van geen eerlyk man eischen. En zo men nog al een zeker onderpand kreeg, of by aldien de ziel, op de reis na den Hemel, ook zo kon verzekerd worden, gelyk een schip het welk van Europa na Amerika vaart, als dan kon men nog al een kansje waagen. Maar als men zich toch, op het lange laatst, op de Goddelyke barmhartigheid verlaaten, en, by alle giften en gaaven aan de Kerk, toch als een arme zondaar voor den Rechterstoel van God verschynen moet; als dan is het zekerlyk der moeite niet waardig, om zyn leeven in eene geestelyke armoede door te brengen, en om den zielzorger de vette ganzen en hoenders in de keuken te jaagen, die de arme boer by zynen zwaaren arbeid billyk zelf genieten zoude.’